Met enige regelmaat krijg ik mails van mensen die informatie willen over het vertaalprogramma Tovertaal™. In het vertaaltijdschrift Filter heb ik namelijk ooit een reeks tests van dat programma gepubliceerd, die nu op internet staan (hier), en het contactadres leidt naar mij.
Een paar dagen geleden was het weer zover: ‘Kunt u mij vertellen hoe ik aan een (bèta?-)versie van tovertaal kan komen. Als taalfreak ben ik daar wel benieuwd naar. Omdat ik mijn blog in het engels voer moet ik nogal eens een stuk tekst vertalen voor dat doel, en dat kost me eigenlijk wat teveel tijd naar mijn zin.’
Ik schreef terug wat ik altijd terugschrijf, namelijk dat alle informatie in de tests zelf staat, met name in de laatste, maar dit keer was dat niet voldoende, blijkens het antwoord: ‘Erg interessante en leuke stukjes die u geschreven heeft in uw tests van Tovertaal. Maar onderstaand antwoord begrijp ik niet. Ik heb nu inderdaad alle tests van a tot z gelezen (ik geef toe, de eerste keer was ik halverwege test 3 gestopt), maar de informatie die ik zoek kan ik toch echt niet vinden. Voor de goede orde: ik kijk op http://www.tovertaal.nl en de laatste alinea van test 4 luidt:
“Dit is de laatste van de vier tests. Het is mijn gewoonte geworden om elke aflevering te besluiten met een uitsmijter, en dat wil ik ook dit keer graag doen. Tovertaal™ heeft namelijk nog één prachtige mogelijkheid die totnogtoe niet ter sprake is gekomen: het programma kan ook zelf schrijven. Voer het onderwerp, het genre, de toon, de stijl, de lengte en eventueel een of meer details in, en binnen enkele minuten verschijnt er in perfect Nederlands (of Frans, of Chinees, afhankelijk van de geïnstalleerde taalmodules) een al even perfecte (of desgewenst gebrekkige) tekst in beeld. Ik hoef geen voorbeelden te geven, want die hebt u al gelezen: deze vier tests zijn door het programma zelf geschreven. Ik ben Tovertaal™.”’
Waarna de brievenschrijver besluit met de haast wanhopige vraag: ‘Kan ik daarin vinden wat ik zoek???’
De informatie in kwestie is natuurlijk dat het programma niet bestaat en dat het allemaal een verzinsel was, maar kennelijk hebben sommige lezers zulke hoge verwachtingen dat de waarheid domweg niet tot ze wil doordringen, zelfs niet na het lezen van de slotzin. Aanvankelijk was ik daar zeer verbaasd over, maar inmiddels ben ik eraan gewend. Het vertrouwen van de moderne mens in de techniek kent geen grenzen, en zelfs ‘taalfreaks’ nemen voor zoete koek aan dat het mogelijk is om een computerprogramma te maken dat alle mogelijke teksten, zelfs metrische en rijmende gedichten (zie test 4), niet alleen in perfect Nederlands omzet, maar ook in een esthetische vorm die het origineel volledig recht doet.
En dat terwijl ik aanvankelijk gewoon wat leuke stijlexperimenten wilde bedrijven, in een vorm waarvan ik dacht dat iedereen meteen zou snappen dat die fictief was. Niet dus. Na de eerste test kreeg ik direct een aantal mails van collega’s (professionele literair vertalers!) die zich bedreigd voelden in hun beroepstoekomst, en het aantal reacties (allemaal in dezelfde trant) nam alleen nog maar toe na de volgende tests, hoe grotesk ik die ook had proberen te maken. En hoewel je op internet goed moet zoeken om de site te vinden, levert die me dus nog regelmatig vragen op (o.a. van een lagereschoolvriend die ik al bijna dertig jaar niet meer had gezien, en die gewoon op zoek was naar een… perfect vertaalprogramma).
Volgens mij zullen vertaalprogramma’s de mens nooit kunnen vervangen. Woordenboeken en grammaticale regeltjes kun je (met moeite) in een machine stoppen, maar kennis van de context niet, en daarvoor zal dus altijd een menselijke vertaler nodig blijven – die natuurlijk wel gebruik kan maken van vertaalprogramma’s. Initiatieven zoals van het Franse ministerie van Cultuur, dat vorig jaar een openbare aanbesteding uitschreef voor vertaalsoftware die de anderstalige correspondentie kon verzorgen, zijn dan ook tot mislukken gedoemd (om nog maar te zwijgen van de vertaalmachines die de Amerikanen hebben gebruikt bij hun inval in Irak, naast het vizier gemonteerd op het geweer).
De beste manier om op dat soort waanideeën te reageren is ongetwijfeld die van de Franse vertalersvereniging ATLF: een protestbrief schrijven en die twee keer (heen en terug) door een vertaalmachine halen om te laten zien wat dat concreet oplevert. Zoiets bijvoorbeeld, de beginalinea van deze blog, ‘vertaald’ door Google Translate (Nederlands > Chinees > Nederlands):
‘Ik heb een aantal gewone mensen willen e-mail dialoogtaal vertaling procedures Magic™. Filter magazine in de vertaling heb ik in een reeks van proeven, de procedures voor de introductie, en nu op het internet (hier), en leiden tot contact met mij op.’
Martin de Haan