Tirade 485

In dit nummer van Tirade bieden we u een gendervriendelijk en divers schrijfpakket aan, zowel qua auteurs als qua inhoud. U vindt poëzie van de hand van Marijn Sikken, Hamide Doğan, Willem Thies, Sjaan Flikweert en Anne van Winkelhof. Met een kort essay van Miriam Rasch, over een onderwerp dat zijn maar actualiteitswaarde maar niet verliest. Het proza wordt onder meer verzorgd door Samira Elomari, Lotte Brown, Lotte Krakers en Mohana van den Kroonenberg. De illustraties zijn van Mathilde Bindervoet.

Nr. 485, 2021 | 

Lees meer

Historisch
  • Omslag Tirade nr. 310
    Nr. 310, 1987
  • Omslag Tirade nr. 196
    Nr. 196, 1974
  • Omslag Tirade nr. 335
    Nr. 335, 1991
  • Omslag Tirade nr. 71
    Nr. 71, 1962
  • Omslag Tirade nr. 4
    Nr. 4, 1957
  • Omslag Tirade nr. 84
    Nr. 84, 1963
  • Omslag Tirade nr. 469
    Nr. 469, 2017
  • Omslag Tirade nr. 117
    Nr. 117, 1966
  • Omslag Tirade nr. 269
    Nr. 269, 1981
  • Omslag Tirade nr. 319
    Nr. 319, 1988
  • Omslag Tirade nr. 290
    Nr. 290, 1984
  • Omslag Tirade nr. 399
    Nr. 399, 2003
  • Omslag Tirade nr. 262
    Nr. 262, 1981
  • Omslag Tirade nr. 53
    Nr. 53, 1961
  • Omslag Tirade nr. 478
    Nr. 478, 2020
  • Omslag Tirade nr. 423
    Nr. 423, 2008
  • Omslag Tirade nr. 263
    Nr. 263, 1981
  • Omslag Tirade nr. 154
    Nr. 154, 1970
  • Omslag Tirade nr. 61
    Nr. 61, 1962
  • Omslag Tirade nr. 412
    Nr. 412, 2006
  • Omslag Tirade nr. 209
    Nr. 209, 1975
  • Omslag Tirade nr. 442
    Nr. 442, 2012
  • Omslag Tirade nr. 347
    Nr. 347, 1993
  • Omslag Tirade nr. 322
    Nr. 322, 1989
  • Omslag Tirade nr. 5
    Nr. 5, 1957

Lees de Tirade Blog

  • Afbeelding bij Kachellengte — over zagen en hakken

    Kachellengte — over zagen en hakken

    Larousse 13 In april moet je een stère hout kopen. Het is dan goedkoop. En je hebt tijd en energie om het in stukken van 30 cm te zagen en te kloven met een kloofbijl en te stapelen en drogen voor gebruik. Een stère komt overeen met wat we in Nederland een kuub noemen. Stukken...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Eerlijkheidshalve

    Eerlijkheidshalve

    Als ik in de buurt van het Museumplein ben, probeer ik zo te lopen dat ik de Gabriël Metsusstraat 6 passeer, ook al kost het me een omweg. Daar prijkt een gedenkteken van mijn heldin, een bescheiden houten plaquette met de prozaïsche mededeling ‘In dit huis schreef Etty Hillesum haar dagboeken’. De preutse patriot in...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Caféleven

    Caféleven

    Een paar keer per week wil Ada (8) naar het café. Hoewel in de meeste van onze vaste barretjes wel kinderen komen, is de kans dat ze daarbij iemand van haar leeftijd ontmoet klein. In Chris, waar we vaak wat drinken en een bitterbal eten, ligt de gemiddelde leeftijd zelfs erg hoog. Nooit heb ik...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Marian van der Pluijm
    Marian van der Pluijm

    Marian van der Pluijm (1997) is historica. Momenteel woont ze in Boedapest, waar ze Hongaarse Taal en Cultuur studeert. Voor VPRO-radioprogramma OVT maakte zij een documentaire over de Hongaarse dichter Miklós Radnóti. Zondag 7 november werd de documentaire uitgezonden op NPO Radio 1.

  • Foto van Kees Snoek
    Kees Snoek

    Kees Snoek (1952) doceerde Nederlandse taal en letterkunde aan universiteiten in Michigan, Indonesië, Nieuw-Zeeland en Frankrijk (Straatsburg en Parijs). Hij publiceerde onder meer de biografie van E. du Perron (2005) en vertaalde poëzie van Sitor Situmorang en Rendra. In augustus verscheen bij Van Oorschot Wissel op de toekomst, zijn keuze uit de brieven van Sjahrir (de eerste premier van Indonesië) aan zijn Hollandse geliefde.

     

  • Foto van Gilles van der Loo
    Gilles van der Loo

    Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.