Omdat ik al een tijdje niet in mijn eigen huis was geweest, zat mijn brievenbus vol. Het allermooiste dat een mens kan gebeuren is een volle brievenbus, mits je in leven bent.
Ik vond een paar kaarten, een pakket met boeken, acceptgiro’s en brieven waar ik erg om moest lachen.
D. had me zelfgemaakte boekjes opgestuurd, een tuinplan en foto’s van vrienden. De vrienden waren mensen die ik nog nooit gezien had, maar dat maakt niet uit: het waren erg mooie foto’s. Het herinnerde me aan alle momenten die ik gemist had (Kijk wat je gemist hebt!) en die zich toch ergens vast zouden bijten in mijn geheugen, omdat ik de plaatjes had gezien.
In de bundel Tussen Iemand en Niemand schrijft Joseph Brodsky meteen op de eerste pagina: ‘ Ik kan me weinig van mijn leven herinneren en dat weinige is van geringe betekenis.’
Soms ben ik bang dat de dingen die ik me uiteindelijk van mijn leven zou kunnen herinneren de foto’s van anderen zijn. Momenten waar ik zelf niet bij was. Momenten die ik zelf niet was.
Soms vraag ik me af of dat iets uitmaakt. Of iemand dat iets uitmaakt.
Mijn brievenbus zat ook vol met oude kranten en tijdschriften. In de Volkskrant van vrijdag 11 februari las ik een vetgedrukt bericht met de kop: Oplichter Francis Z. is ‘onverbeterlijk.
Het bericht gaat over de oplichter Francis Z. die zich steeds voordoet als iemand anders. Ik vond het een opvallend bericht. Ik bedoel: dat er een bericht wordt gemaakt over iemand die zich anders voordoet dan dat hij is.
Zijn bekendste slachtoffer is de voormalige TMF-veejay Renée Vervoorn. (Bestaat TMF eigenlijk nog wel?)
Z. had haar gezegd dat hij een piloot was, daar was Renée Vervoorn voor gevallen. (wat ook een vorm van oplichterij is, natuurlijk) Enfin, ‘s ochtends vroeg vertrok Z. in zijn pilotenpak naar Schiphol, maar daar bleek hij niet te werken. En hij ging vreemd.
Dat staat letterlijk in het nieuwsbericht: ‘En hij ging vreemd.’
Mooi bericht, toch? Tussen al het wereldnieuws.
Even terug naar de post en de brief die ik kreeg van mijn vriend D. In die brief schrijft hij: ‘Ik heb de Bibliotheek omgedoopt tot mijn kantoor. Ik kwam op het idee omdat Larry David (Schrijver van o.a. Seinfeld) op de vraag waarom hij nog überhaupt naar een kantoor ging om te werken antwoordde: ‘My mother always told me that you need some place to go when you wake up in the morning.’
Ik was dus een tijdje niet meer in mijn eigen huis geweest. Waar ik in de tussentijd geweest ben is maar van geringe betekenis: mijn brievenbus zat in ieder geval vol met nieuwe herinneringen.