Afgelopen maandag keek ik voor het eerst in tijden tv. Aanleiding was het nieuwe programma De aardappeleters, waarin presentator Joris Vermeer (kende je al van zijn zwijgende bijrol in Wouter Klootwijks De wilde keuken) op zoek gaat naar de oorsprong van gerechten die hier in Nederland zijn ingeburgerd.
Heston Blumenthal deed iets dergelijks voor de Engelse keuken. Hij reisde de wereld af op zoek naar het origineel van een gerecht als de hamburger, en eindige een aflevering steeds met een over-the-top uitvoering (denk geluidseffecten, rook en etherische olie) die hij in zijn driesterrenrestaurant The Fat Duck op de kaart zou zetten.
Joris is een vriend van me. De leden van zijn filmploeg heb ik ontmoet toen we in Suriname woonden en zij daar voor opnamen waren. Zeggen dat ik De aardappeleters een prachtig programma vind is even waarheidsgetrouw als onbetrouwbaar.
Waar je niet onderuit kunt: de schitterende beelden. De goede research. Het geweldige gegeven van een presentator die zich ondanks zijn enorme postuur eerder klein maakt in beeld dan opblaast, en hierdoor geen spotlicht afvangt van de mensen die hij spreekt. Omdat ik weinig tv kijk heb ik misschien niet genoeg vergelijkingsmateriaal, maar het deed me denken aan hoe Ruben Terlouw Langs de oevers van de Yangtze presenteerde.
Eten is al twintig jaar hot. Chefs zijn sterren. Er worden ongelooflijk veel eet- en kookshows gemaakt. In een goed programma over eten is er ruimte voor het culturele kader van de gerechten, voor de oorsprong van een smaak.
Wij hebben in Nederland de vrijheid om vele culturen te plunderen en kunnen vrijwel alle grondstoffen bij. Straffeloos en in de volle overtuiging van zijn genie zet Henk uit Nieuw-Vennep op zaterdag een Thaise curry in elkaar. Die eet zijn gezin daarna met stokjes, want dat hoort bij Aziatisch eten. De boleten die hij tegenkomt op zijn wandeling met de hond laat hij links liggen, want paddestoelen zijn gevaarlijk.
Dit stukje staat op het punt negatief te worden over mijn medelanders. Ik wil dat liever niet.
Eten is verbinding en oorsprong. Die oorsprong kan cultureel of materieel zijn. Je moet de menselijke context van een gerecht en de herkomst van de ingrediënten kennen om het te doorgronden en uiteindelijk ook naar je hand te kunnen zetten.
Men wijt het wel eens aan de oorlog, maar ik vind die geen afdoende reden voor ons gebrek aan keukenroots. De enige culinaire authenticiteit waarop wij (als heel volk) kunnen bogen komt van onze immigranten. Lang leve de immigranten.
__________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.