(De wereld in stukken 12)
Het laatste onontdekte continent heeft hordes ontdekkingsreizigers op de been gebracht. Mannen moesten iets ontdekken, schijnt. Vrouwen wisten het dan misschien al. James Cook, James Clark Ross en Robert Falcon Scott zijn drie van die kerels voor wie de ijskoude plak onder aan onze aardbol een niet te weerstane uitdaging bleek. Grote mannen? Misschien. Volgens de wet van Bergmann zijn de grootste dieren in de koudere gebieden te vinden. De keizerspinguïns zijn altijd het sprekende voorbeeld. Pinguïns! Apsley Cherry-Garrard vond het een heel goed idee dat zijn reisverslag in 1922 verscheen als het 99ste en het 100ste deel in de redelijk recente Penguinreeks. Er kwamen er immers nogal wat in voor. Het boek The Worst Journey in the World. The Story of Scott’s last Expedition to the South Pole is een classic in de Antarctica-literatuur.
Voorbij deze vloed ligt een bevroren continent
donker en wild, door eeuwige stormen geteisterd;
wervelwinden en gruwzame hagel, die op ’t vaste land
niet ontdooit, maar ophoopt, en ruïnes gelijkt,
eeuwenoud; verder slechts diepe sneeuw en ijs.
Apsley Cherry-Garrard is niet van de straat, hij citeert Miltons Paradise lost naast nog sneeuwhopen van met name Britse dichters in zijn verslag van de dood van Scott, en hoe dat zo kwam. Dat hij meeging was al een beetje een wonder, iets te jong was hij. Op een Brits landhuis – oude adel – hoorde hij van de tocht en bood aan mee te gaan en 1.000 pond bij te dragen. Scott wilde niet en Cherry-Garrard accepteerde dat en betaalde toch zijn 1.000 pond. Dat gebaar was zo veelbetekenend voor Scott dat hij de jongeman, die enorm behoefte had zich in de verre wereld te bewijzen op sleeptouw nam. Zijn vader had gevochten in China en India, en wie wil lager vliegen dan zijn vader?
De poging over land de Zuidpool te bereiken in 1912 was een race. Letterlijk, want de Noor Amundsen, naar wie de zee op deze kaart vernoemd is, was eveneens op pad. Scott en de zijnen met schoenen en muilezels en pony’s, Amundsen met sledehonden en ski’s. In deze laconieke zin zit de uitkomst en de diepe tragiek al vervat die Cherry-Garrard over 569 bladzijden uitvent. Wat is het makkelijk ‘nogal wiedes’ te roepen.
Een mooiere verslagen foto dan deze bestaat er niet:
Team Scott vindt op de geografische Pool Amundsens tent en de Noorse vlag. Het is 18 januari 1912 en je kunt alleen maar meelij voelen met deze mensen die niet alleen die wedstrijd niet wonnen, maar zich tezelfdertijd realiseren dat ze dat rot end terug moeten. Het loopt natuurlijk niet goed af. De ploeg sterft vermoedelijk 28 maart op 12,5 kilometer van een bevoorradingspunt. Wat vooral misgaat is een geloof in statistiek. De vroege herfst die intreedt is gewoon ongebruikelijk veel kouder dan normaal.
Cherry-Garrard beschrijft Scott als een man met een ‘vrouwelijke’ sensitiviteit, een probleem met een depressieve aard, en mede door deze gegevenheden de sterkste geest in een sterk lichaam die hij ooit zag. Het portret is ook los van de heiligverklaring toch erg mooi en je gaat wat voelen voor deze verliezer die met een extreme waardigheid zijn lastige leven besluit met een stel brieven, geschreven onder de extreemste omstandigheden die aan de levenslessen van Marcus Aurelius doen denken, van een onwaarschijnlijke hoge ethiek en moraal. Op de slee 16 kilo aan Glossopteris-fossielen, zaadplanten uit het Perm, 300 miljoen jaar geleden, die voor het eerst bewezen dat dit gebied ooit een ander klimaat had.
De woordenlijst in The Worst journey leest als een veelbetekenend gedicht en een huiveringwekkende samenvatting:
Blizzard een sneeuwstorm op Antarctica is een harde zuidelijke wind die over het algemeen gepaard gaat met wolken van stuifsneeuw, deels van bovenaf vallend, deels opgepikt vanaf de grond. Bij zomerlicht is een tent op een paar meter afstand niet te zien; in de duisternis van de winter kun je gemakkelijk verdwalen binnen een paar meter van een hut. Het lijdt geen twijfel dat een sneeuwstorm een verbijsterend en verdovend effect heeft op de hersenen van iedereen die eraan wordt blootgesteld.
Brash kleine stukjes ijs van een ijsschots die aan het uiteenvallen is.
Korsten Sneeuwlagen in een sneeuwveld met ruimte ertussen.
Finnesko laarzen geheel van bont gemaakt, zolen en al.
Rook gecondenseerde waterdamp die bij koud weer een mist vormt boven open zee.
IJs-voet randen van ijs die langs grote delen van de Antarctische kusten lopen; veel ervan zijn gevormd door opspattend zeewater.
Nunatak Een eiland in een sneeuwveld.
Piedmont Stukken oeroud ijs langs de Antarctische kusten.
Pram Een Noorse skiff, met een lepelboog.
Saennegrass een soort Noors hooi dat wordt gebruikt als verpakking van Finnesko.
Sastrugi de groeven of onregelmatigheden die door de wind op een sneeuwvlakte zijn gevormd. Ze kunnen 30 cm of meer diep zijn en zo hard en zo glad als ijs; ze kunnen ook vrij zacht zijn; ze kunnen verschijnen als grote omgekeerde puddingvormen, ze kunnen harde knopen zijn bedekt met zachte poedersneeuw.
Getijdespleet een werkende spleet tussen het landijs en het zee-ijs dat stijgt en daalt met het getij.
Lezen: Apsley Cherry-Garrard, The Worst Journey in the World. The Story of Scott’s last Expedition to the South Pole
Kijken: op youtube een heel korte en duidelijke samenvatting van wat er gebeurde en hoe het misging.