Dank voor je openhartige brief en geen dank voor de boeken. Ik weet zeker dat je er veel aan hebt, want niets is zo fijn als lezen als je verder geen kant op kan.
Ik schrok niet van het voorval in de eetzaal dat je beschreef. Het zijn, zoals je schreef, enerzijds natuurlijk situaties die je alleen in films verwacht te zien, maar anderzijds is het buiten de muren niet zo heel anders. Ik weet zeker dat als je nu door New York zou lopen mensen net zoveel toetjes over je heen zouden gooien, misschien zelfs erger dan dat; stukken beton of die kleine verhuisdoosjes waarin ontslagen werknemers van banken hun plantjes en koffiemokken mee naar huis sjouwen, zou je naar je hoofd krijgen. Het zou daar zelfs schaamtevoller voor je zijn dan waar je nu zit, denk je niet?
Je vroeg me waarom ik sympathie kan opbrengen voor een man als jij. Ik weet eigenlijk niet of het sympathie is Bernard, het is meer medeleven en ook begrip; het gegeven dat duizenden mensen boos op je zijn, daar lijk ik iets mee te kunnen, van te begrijpen. Ik denk dat het belangrijk is om altijd maar weer te bedenken dat je gewoon een mens bent zoals zovelen. Vroeger was je installateur van sprinklerinstallaties en al op je 22ste startte je zonder enige vooropleiding een bedrijf. Een selfmade man die risico’s nam, jarenlang leefde in stress en angst, miljoenen dollars van rijke mensen van plek naar plek verplaatste. Je was succesvol en geliefd en op een goede dag was dat allemaal in een klap voorbij.
Ik moet toegeven dat toen de zaak in de media kwam ik vooral erg moest lachen; het handelen in luchtkastelen is vrij hilarisch vind ik. Wat kunnen mensen dom zijn, dacht ik. In ieder geval heb je een ‘crisis’ op je naam staan, ieder weldenkend mens weet dat dat erg overdreven is, maar iemand moet de naam, de schuld krijgen, zo werkt het nu eenmaal, zonder een aanwijsbare aanstichter van ellende word de mens een losgeslagen dier.
Wat ik soms niet snap is waarom je niet eerder vertrokken bent, bestond de mogelijkheid niet om je koffers te pakken en te verdwijnen? Ikzelf zou dat zeker wel gedaan hebben denk ik.
Je hoeft niet te antwoorden want ik weet dat voordat jij deze brief in handen krijgt drie psychologen en twee mensen van de beveiliging hem gelezen hebben. Ook weet ik dat alles wat jij schrijft onderzocht en tegen het licht gehouden word. De boeken die ik je stuur ontvang je met vertraging; men zoekt naar omcirkelde woorden, kleine verborgen boodschappen in de rug verstopt, misschien een aanwijzing waar al het geld toch is gebleven.
Ik vind je beschrijvingen van het grasveld waar je vanuit je getraliede raam uitzicht op hebt erg mooi. Het lijkt – hoewel dat niet zo is – elke keer weer te veranderen. De ene keer beschrijf je kleine vogels die takjes oppikken, de andere keer vertel je over de laatste sprankjes zon die soms zo mooi naar binnen schijnen. Straks zal er sneeuw zijn. Gebruik je fantasie, uiteindelijk is dat alles wat we hebben.
Houd moed,