Beste Rosa,

levi2Hoe langer ik hier ben, tussen de onmetelijke vlaktes en de bergen (in de oneindigheid bijna), hoe minder ik te schrijven heb. Ik denk soms heel even met een soort weemoed terug aan vroeger, maar ik geloof dat ik dit alles wat ik hier zie verkies boven dat leven, dat in de boekjes, het leven dat daar misschien wel voor altijd zal blijven.
Gisterenmiddag stapte ik onderweg even uit de auto. De zon stond laag, de glinsteringen over de bergtoppen waren al zichtbaar, nergens was enig leven te zien, alles was stil. Toen ik mijn blik over het landschap liet gaan was ik er opeens zeker van dat wat ik zag ook echt was wat ik zag.
Als ik vroeger langs een kustlijn liep zag ik een hoop, maar nooit de zee. Als ik door een berggebied probeerde te komen zag ik ook veel maar nooit de bergen. Het leek wel of ik niet in staat was dingen te zien zoals ze zijn. Ze maakten me bang, ik richtte mijn aandacht onmiddellijk op mijn schoenpunten, kleine stukjes afval op de grond. Als ik tussen de veelkleurige stenen op een strand een leeg blikje frisdrank zag liggen was ik gerustgesteld.
Nu ben ik dus op het punt dat ik voor het eerst naar iets kijk zonder bijgedachtes, dat ik voor het eerst iets zie zonder meteen angstvallig aan andere dingen te denken, zoals bijvoorbeeld aan een tonijnsalade, de vraag of de ingrediënten daarvoor wel in huis zijn en het bevredigende gevoel dat volgde als het ook zo was.
Misschien ben ik genezen. Mijn geschiedenis is langzaam aan het vervagen, geleidelijk aan het opgaan in het landschap hier.

Levi

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *