De media zijn er lekker mee bezig: een reeks topapen heeft een bonus gekregen of zou die krijgen en het ging niet door. Dijselbloem heeft vuile handen, of niet. ABN Amro gaat niet naar de beurs – hoewel dit het juiste moment is – vanwege de kwestie. De code Tabaksblatt lijkt alweer een baken van matigheid die ver achter ons ligt.
Het is inmiddels een redelijk oud en afgesleten onderwerp in de beschouwing van het laatkapitalistisch graaien. De bonus. Maar wat me verbaast is dat er zo weinig antropologisch en psychologisch gekeken wordt naar het fenomeen. Waarom heeft een topaap een bonus nodig? Hier en daar zie je verwijzingen naar het fraaie filmpje van Frans de Waal waarin hij aantoont dat een kapucijneraapje boos wordt wanneer hij hetzelfde kunstje moet flikken als zijn buurman, maar iets minder aantrekkelijk beloond wordt.
Wat zijn de redenen dat iemand een bonus wenst? Psychologisch gezien – en dat is diep en langdurig ingesleten getuige ook dit filmpje – wenst de mens beloond te worden in onderscheid met zijn medemens. Er moet kort en onverdund duidelijk zijn dat je meer krijgt dan een ander, omdat en zodat blijkt dat je beter bent. In die zin moeten we niet uitvlakken dat de ‘maatschappelijke onrust’ een deel van de bonus is: er wordt immers goed duidelijk dat je meer krijgt.
Wat zijn de redenen dat een bedrijf deze cultuur voortzet? De argumentatie van de meeste banken en bedrijven is dat je marktconform moet honoreren. En dat je om de concurrentie voor te zijn moet concurreren. Het fenomeen van de ‘brain drain’ is manifest aanwezig, zie ook de wetenschap, de beste wetenschappers verdwijnen naar Amerika, of Japan, of elders waar de betaling en de randvoorwaarden beter zijn. En de bedragen lijken hoog, maar zijn ze dat ook in verhouding tot hoeveel geld het bedrijf verdient met een goede bestuurder? Redelijke argumenten.
Kan het ook anders? In Blaricum, Laren, het Sticht en dergelijke oorden wonen nogal wat Rijkman Groeninkjes – gebonuste topapen met een groot huis en grote tuin – een gecaterde bijeenkomst voor ‘vrinden’ elke zaterdag en een mooie pot golf op dinsdag. Gebotoxt vrouwtje op de chaise longue. Door en door verwende pubers met een zuur smoel. Het was er misschien zo een die vorig jaar vrouw en dochter ombracht, want laten we wel wezen: door in Blaricum in een kapitale villa te wonen heb je onderschat dat je uiteindelijk vooral ‘relatief’ rijk wilt wezen, dat lukt daar niet want daar zijn er veel. Maar even zovele van deze gebonuste topapen vermaken zich prima met hun kapitaaltje.
In een laboratoriumsituatie zou ik het zo aanpakken: Je brengt profilering aan in inkomen en zorgt dat ze binnen een marge blijven waarin je wel fors kunt verschillen: apen extra hapjes geven. Maar daar zijn topapen te slim voor, ze komen erachter. Mijn voorstel is dan ook tweeledig:
- Voer het bonus-malussysteem in dat het Nederlandse autoverzekeringswezen sinds 1982 zoveel goed gedaan heeft, dat wil zeggen beloon schadevrij presteren, maar reken schade ook af. Als tegenover een bonus ook een malus kan staan (ik hoorde daar in het bedrijfleven nog niet van) wordt het spel spannender (en een redelijk percentage van deze mannen is adrenalinejunk).
- Kwantificeer beloning op een andere manier. Leer bedrijven dat ze hun topapen bonuspunten verschaffen die in te ruilen zijn voor heftige ervaringen:
-diepzeeduiken nabij Bunaken Island in de zee van Manado in het broedseizoen van de trigger fish: 3 punten
-een voordeur met halfedelstenen en een paar echte proletentanden ingelegd door een bekende kunstenaar: 2 punten
-een avond groenten koken in London met Ottolenghi: 1 punt
-met een Bugatti door Mongolië toeren en een paar yurts bezoeken met geile mongolenseks: 4 punten
De helft van de bedrijven waar het om gaat wordt tegenwoordig ondersteund door kunstenaars die de top en vooral de subtop wat creatiever trachten te maken. Laat die een aantrekkelijke lijst opstellen van bonuspunten en welke ervaringen je ermee verkrijgt. De Albertheijnpsychologie. En gebruik de sociale bedrijfsmedia op een handige manier om te tonen hoe onderscheidend de topapen beloond worden. Wat ze liever niet willen maar ondertussen.
We kunnen anderszins ook constateren dat de Balkenendenorm net als zijn naamgever gewoon te flets is, te onbeduidend en te grauw. Deze punten kosten ook wat, maar ze zouden duidelijk kunnen maken dat beloning vanaf pakweg ‘Balkenendenorm’ hoe dan ook een beloning in ervaringen is en hoe dan ook een relatieve beloning die mensen de ogen moet uitsteken. En het is per saldo goedkoper. En er valt weer eens te lachen om mannen-met-hoge-inkomens, want God, wat zijn ze saai en degelijk gekleed, onaantrekkelijk en voorspelbaar. Red de topaap van zijn gebrek aan creativiteit.
——-
Menno Hartman (1971) was vroeger redacteur van Tirade. Sinds 2008 werkt hij bij Uitgeverij Van Oorschot. Houdt van de geur van boeken en van stations.