Ik heb, zoals bijna iedereen dezer dagen teveel nagedacht, teveel gegeten en teveel gedronken. Teveel lezen kan nooit, denk ik, het is me althans nog niet gelukt. Ik heb mij verliefd in Hella S. Haasse, een van de onontgonnen schrijvers op mijn geestelijke boekenplank.
Mijn vrouw schoof me Zelfportret als legkaart toe, waarover zij enthousiast was. Een enthousiasme dat ze op haar beurt van Aleid Truijens had, die in de Opzij heel begeesterend over het boek moet hebben geschreven. Mijn exemplaar is een eerste druk uit 1954. In een interview met Jacques van Kollenburg vertelt Haasse iets over de totstandkoming van het boek. Ze is in 1954 36 jaar oud, heeft een boek of 4 op haar naam staan. Zelfportret als legkaart is, zegt ze dan, toevallig ontstaan. Ze vroeg zich af wat ze deed als ze schreef, ze was haar onbevangenheid kwijtgeraakt, vroeg zich af waarmee men eigenlijk bezig is als men schrijft. ‘Wie is die vrouw die daar zit te schrijven.’ Toen kwam een verzoek van een uitgever om een geschiedenis-leesboek voor het onderwijs te maken, waarna ze besloot: dan eerst maar een geschiedenis van mijzelf.
In elf hoofdstukken voert ze dit voornemen uit. De hoofdstukken zijn afwisselend persoonlijke geschiedenis, voornamelijk op het Indische eiland Java, en theorievorming over het waarom van schrijven, over kritiek, levensfilosofie, hoe te schrijven met het eeuwige huishouden en met kinderen om je heen. Het mooie van dit boek is dat het briljant mislukt is. Haasse schrijft en formuleert ongelooflijk goed, denkt gestructureerd, heeft een werkelijk formidabele eerste 20 jaar van het leven om uit te putten. Maar de ijzeren afwisseling geeft aan theorie teveel ruimte, en in de theoretische beschouwingen is ze de helft van de momenten echt authentiek slim, de andere helft gaat ze verkeerd om met geleend materiaal, naar mijn smaak dan. In de autobiografische delen geeft ze zelf ook heel mooi haar eigen beperkingen aan: ze is een braaf meisje en heeft zich nooit iets afgevraagd over wat ze daar eigenlijk deed in Indië.
Ik noem dit briljant mislukt om dat je het boek met de beste wil van de wereld niet geslaagd kunt noemen. Geslaagd als wat dan? Maar het boek is bijzonder, en steeds interessant, en formidabel geformuleerd. Er wordt te weinig briljant mislukt tegenwoordig. En, wat de belangrijkste kwaliteit is: het boek zet aan tot denken, en toont zijn zwaktes, maar die doen aan het boek niet af. Ik wil elke schrijver die mij erom vraagt een exemplaar cadeau doen. In de hoop dat ze ook eens briljant willen mislukken. Mailt u mij maar.
Tirade – deelt uit.
(‘give people little presents, so they will remember you‘ uit Songs for Drella, John Cale,Lou Reed)