Volgend jaar bestaat Uitgeverij van Oorschot 70 jaar. Met Karel van het Reve en Jacques de Kadt deelde de oprichter Geert van Oorschot een maatschappelijke en politieke betrokkenheid, die zich vertaalde in de publicaties van de uitgeverij. Toen ik deze week in de Bijlmer was bij ‘Bijlmer Boekt’ realiseerde ik me bijna met een schok hoe verfrissend geëngageerde literatuur eigenlijk is. Hannah van Munster presenteerde er kort haar nieuwe roman, Onder de dreven, een schitterende boek.
Zij maakte deel uit van een literair variétéprogramma dat al enige jaren onder de titel Bijlmer Boekt in het Bijlmerparktheater plaatsvindt. Een heel gevarieerd en geëngageerd programma. Simone Zeefuik vond ik bijvoorbeeld interessant. Maar haar teksten had ik nog nooit eerder gezien of gehoord. Een vrouw die veel verschillende dingen doet, waaronder dit: “An Orange Blues” is the choreopoem centred around the anecdotes of 17 men who’re trying to survive an undocumented existence in the Netherlands. How does this influence their concepts of ‘home’, ‘identity’, ‘family’ and ‘normal’? What’s are the safest places to keep memories, hide fears and grow dreams?’ Grappig was dat ze een bepaald soort hum hum deed, nadruk op tweede hum, die een enorm effect op de aanwezigen had: een uiting van semistreng misnoegen dat ook komisch bedoeld is en tot het typisch Bijlmerjargon zou behoren. Ik begrijp nog niet zo goed wat Simone Zeefuik allemaal wil en kan, maar ik voel me erdoor aangesproken. Misschien ook door het intrinsieke verwijt in veel van haar tekst. Raciale kwesties waarvan ik denk dat ze mij niet aangaan, maar is dat zo? Op haar blog – in het Engels, vind je veel stukken over Afrika, en enig misnoegen over de onbekendheid van ‘De Nederlander’ met dat continent. ‘De Nederlander’ ziet het meestal fout.’ Maar wie is die ‘de Nederlander toch’? Ik voel me erop aangesproken en het gaat toch niet over mij. Zou dat racisme zijn?
Een bijzondere combinatie van ongemakkelijkheid en breeduit lachen was het optreden van Kabier Noor Mohamed, ‘hij leeft van crisis naar crisis en het enige wat hem overeind houdt is het levenslied, zoals een aankondiging op een youtubefilmpje luidt. Een Hindoestaanse man met een Amsterdams accent, een groot drank- en drugsprobleem, waarmee hij koketteert, en een repertoire van chansons op eigen tekst en Hazesliederen. Foute grapjes tussendoor die net niet leuk zijn, typisch Hazes dus ook in zijn ongemakelijkheid, maar de tragiek van de man ligt open al lijkt hij nog niet te weten dat de echte tragiek nog komt. Hij deed onder meer, een ‘Zwart kerstfeest.’ Leuk? Ik weet het niet. Relevant wel.
En een conference van Nathalie Baartman die op haar beurt liet weten excentrisch te zijn door haar Twentse achtergrond. ‘Op haar zeventiende verhuist ze naar Nijmegen om psychologie, filosofie en ontwikkelingsstudies te studeren. Vanuit haar idealistische wereldbeeld is ze voornamelijk geïnteresseerd in de fundamentele fout van de mensheid die zoveel ellende in de wereld veroorzaakt.’ Indrukwekkend was haar vertolking van een Servisch strijdlied, vanuit het niets, snoeihard, echt geweldig. ik vond het helaas niet op internet. De programmering was dus gevarieerd maar eenduidig in engagement: Said El Hadji over het Mandelamonument, Joke van Leeuwen zong de blues en deed een aantal gedichten in die vreemde hees-kinderlijke stem die eerst irriteert en je daarna volledig meeneemt.
Ik houd niet zo van literaire avonden, en ben niet zo’n fan van de presentatie van Christine Otten. Maar de volgende keer ga ik weer naar Bijlmer Boekt.