De mooiste pagina’s van de zestiendelige grote Oosthoekencyclopedie waren de transparante menselijke lichamen, waarmee je bladzij voor bladzij dieper het lichaam in zonk. Eerst de huid eraf, dan zag je een zenuwstelsel, een bladzijde verder het hele spiertraject, nog weer dieper bloedvaten, ingewand, en tenslotte het gebeente. De encyclopedie was nieuw, zolang als we het ding bezaten. Abraham Kuyper moet het zaadje geplant hebben voor de aanwezigheid van encyclopedieën in veel gereformeerde huizen die ik kende. ’s Ochtends in bed bij mijn ouders was er de Gezondheidsencyclopedie waar je kon griezelen bij krop, elefantiasis en fleurige huidziekten, de rest van de dag de Oosthoek, nabij de ronde eettafel. Een droom van kennis. Hoe kwam je er anders achter wie Magdalena Offenburg was? En wat ze met Hans Holbein de jongere te maken had?
De les was: kennis is te verkrijgen en wordt systematisch aangeboden. En voor weinig geld beschikbaar. Dat is zo sinds 1751, toen Denis Diderot de eerste Encyclopedie voor het grote publiek publiceerde. Ik ben er nooit van afgekomen. Naslagwerken, encyclopedieën, monografieën, thans louter online blijven een dagelijks genoegen. Of noodzaak eigenlijk, want zonder is er geen ijkpunt voor wie ermee opgroeide.
Toen ik tegen deze tweedelige Larousse aanliep: de Larousse universel en 2 volumes; nouveau dictionnaire encyclopédique publié sous la direction de Claude Augé, dacht ik drie dingen: 1. eindelijk mijn Frans ophalen, 2. dit druist in tegen mijn zelfopgelegd verbod tegen het verzamelen van boeken die ik niet ga lezen en 3. een droefheid om een wereld die geweest is. (Kijk maar op marktplaats, de Oosthoek die mijn ouders vast op afbetaling kochten krijg je nu voor 20 euro, of je vist ‘m ergens uit de kliko.)
Wat ik niet dacht, en wat ik pas bij openslaan zag, was dat de gewoonte beeld toe te voegen aan de lemma’s in deze uitgave op een hoogtepunt was. Wat een geweldige tekeningen, schema’s, infographics avant la lettre, en kleurenplaten van een fabelachtige schoonheid.
Een grote plaat – en zeker een kleurenplaat – moet iets belangrijks melden. Daarom zocht ik er 48 uit die me mogelijk helpen te zien wat er in de laatste eeuw in onze kennis aan onverwachts veranderd is, hoe de wereld eruitzag. En waarom ik een blijvende hang naar het naslagwerk heb. En hoe de wereld verstopt zit in een encyclopedie. Hoe kennis systematisch verzameld werd en hoe dat helpt bij het begrijpen van wat je om je heen ziet. En soms niet helpt. De wereld in boekenkennis dus, maar dat gaat altijd over de wereld zoals we die kunnen waarnemen. Van vogels tot vechtsporten, van de onderwaterwereld tot fruit, van mode tot meetinstrumenten, van gebergten tot boederijdieren, van kanoën tot het paard, van sterren tot marmer. En gaandeweg hoop ik – net als in de 48 stukken wereldkaart die ik eerder bekeek – heel veel boeiende verhalen en mensen tegen te komen.
Vannacht droomde ik van Magdalena Offenburg
of noble birth and easy virtue
hoog voorhoofd, wat anders mijn voorkeur niet heeft
we wachtten voor een of andere zakelijkheid
ze wilde eerst niet zoenen
maar toen ze het deed
was er bevrijding
ik stamelde wat, mooie mond etc.
en toen gingen de zakelijkheden verder
(Dick Hillenius)