Sinds vandaag is mijn kleine achterneefje M. mijn nieuwe buurman in Amsterdam geworden. Meneer is ternauwernood volwassen – barely legal, zouden sommige Amerikanen zeggen – maar ogenschijnlijk moeiteloos heeft hij een kamer weten te bemachtigen in een ruime etagewoning met zwartmarmeren schouwen, een schimmelvrije badkamer en een balkon. Hij woont schuin tegenover me met drie vrienden, waaronder een male model en een schattig karamelkleurig tandartszoontje dat meteen de grootste kamer heeft geclaimd vanwege zijn schoenenverzameling. Het is bijna jammer dat we nét niet bij elkaar naar binnen kunnen kijken.
Ik schreef zojuist met opzet ‘ogenschijnlijk moeiteloos’, want de natuurkunde leert ons dat niets ooit vanzelf gaat. Elke verandering van de status quo, dus ook elke persoonlijke prestatie (ρ) vergt altijd een hoeveelheid tijd (τ) en energie (J) die correspondeert met haar specifieke dimensies. Verder is ρ deels afhankelijk van het vermogen (W) van de actor; de intrinsieke kwaliteiten en vaardigheden van het individu of de groep die ρ wil realiseren. Externe factoren (ƒ) kunnen het uiteindelijke resultaat positief (ƒ∧) dan wel negatief (ƒ∨) beïnvloeden, zoals in dit geval respectievelijk een behulpzame makelaar en de overspannen woningmarkt in Amsterdam*. De formule** ziet er als volgt uit:
Dit verhaal gaat eigenlijk over mijn nicht A., de moeder van neefje M. en zijn tweelingbroer O., die hen in weerwil van een aanstormend empty nest syndroom toch in recordtijd aan hoogwaardige woonruimte heeft geholpen, want O. woont sinds kort in Groningen.
Nicht A. is de onbezongen heldin van mijn familie en de ware W in bovenstaande formule. Zij is de fixer die we bellen bij calamiteiten, zoals George Clooney in de film Michael Clayton of Liev Schreiber in Ray Donovan. Ligt een familielid doodziek te creperen in de bushbush van een tropisch vakantieland? Nicht A. regelt aan haar keukentafel een evacuatie per helikopter. Gedupeerd door financiële malversaties van je zaakwaarnemer? Nicht A. volgt het geldspoor als een bloedhond en sleept de daders eigenhandig voor de rechter. Midden in de nacht gestrand op een afgelegen treinstation? Nicht A. komt voorrijden. Arbeidsconflict? Nicht A. kent een goede advocaat. Blut? Sms ‘€€’ naar nicht A.
Geef haar een telefoon en ze regeert de wereld.
Nicht A. kan sjekkies draaien en heeft een groot rijbewijs. Op haar elleboog heeft ze een tatoeage van het Chinese karakter voor ‘geduld’, als reminder dat de rest van de mensheid nu eenmaal trager opereert dan zij. Haar ingebouwde quack check kan ze niet uitzetten: zelfs in een gezellig verjaardagsgesprekje flitst haar blik beurtelings van je linkeroog naar je rechteroog, op zoek naar inconsequenties in je verhaal of andere indicaties van eventuele flessentrekkerij. Het is te hopen dat de nieuwe huisbaas van neefje M. hem geen kunstjes probeert te flikken, want nicht A. – die dertig jaar geleden als actief lid van de Amsterdamse kraakbeweging op de barricades stond tegen het grootkapitaal – trekt hem helemaal kaal.
Haar talenten zijn aanzienlijk maar prozaïsch. Dat is haar tragiek. Organisatie- en uithoudingsvermogen, overtuigingskracht en een feilloze diagnostische antenne spreken minder tot de verbeelding dan bijvoorbeeld muzikaliteit of atletisch vermogen. Haar virtuositeit blijft grotendeels onzichtbaar. Nicht A. excelleert achter de schermen, nooit voor zichzelf en altijd voor anderen. We zijn gewend geraakt aan haar successen, misschien zelfs blasé, waardoor wij allemaal, onze hele familie, soms bijna vergeten hoeveel we aan haar hebben te danken.
Daarom is deze voor jou, lieve nicht A., weliswaar een dag na je verjaardag, maar toch.
_____________________
* De neutrale waarde van ƒ∧ en ƒ∨ is 1.
** Pin me hier niet op vast.
Arjen van Lith is journalist en schrijver. Hij debuteerde in 2014 met de verhalenbundel Mijn Snor bij De Harmonie en publiceerde diverse korte verhalen in (literaire) tijdschriften. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.