Ik las van de week een artikel in de Correspondent over het gevaar van kunstmatige intelligentie. Als je intelligente computers (te veel) ruimte geeft, kunnen ze de mensheid vernietigen met een simpele opdracht als: win een schaakspel. Dat klonk me behoorlijk Frankenstein in de oren. Mijn interesse was gewekt.
Ik vraag me sindsdien af of er al synthetische literatuur bestaat. Want als computers de mensheid gaan uitschakelen, dan liever voor een boek dan voor een potje schaken, als je het mij vraagt. (Wel hopen dat op zijn minst één iemand lang genoeg leeft om het te lezen). En daarom zit ik de afgelopen dagen op het wereldwijde web te zoeken. Is kunstmatige intelligentie al slim genoeg om een boek te schrijven? De synthetische schrijver. Ik wil hem lezen. Maar ik heb nog geen overtuigend voorbeeld kunnen vinden van kunstmatige fictie. Althans geen voorbeeld dat verder gaat dan een theoretisch experiment, of een gimmick. Zoals de immortal prose generator, die teksten “genereert”* die bestaan uit Shakespeare-elementen, zoals deze (let op: er zit twee keer hetzelfde element in, is dat toeval of een bewust toegepast stijlmiddel?):
Now thou art gone, the very stream of his life is troubled by hot blood. Hark, the clown pierced a sigh so piteous and profound. I pray thee, this babble hath had no notice of mine eye-balls. ‘Tis now struck twelve; every unworthy thing doth lack a cover. ‘Tis now struck twelve; this hand of yours mocks the fruit to that great feast. O spite! the son of a dear father murder’d doth lack me.
Ook bestaat een aantal generatoren van poëzie. Maar die hebben veelal gewoon één (of meerdere) verschijningsvormen gedefinieerd (bijv. zin van vier woorden, zin van twee woorden, uitroep (alas! hark!, beware!), zin van vier woorden, drie zinnen van drie woorden), en vullen die in aan de hand van lijsten van (in betekenis verwante) zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, etc. Bijvoorbeeld deze (afkomstig van: http://thinkzone.wlonk.com/PoemGen/PoemGen.htm):
Sharks grow!
Misty, small seashells calmly fight a sunny, warm sailor.
Never love a wind.
Warm, misty whales swiftly love a big, clear tuna.
Old, rainy pirates swiftly lead a stormy, lively seashell.
Het is een soort gedicht ja, maar poëzie zou ik het niet willen noemen. De wetenschap dat het gedicht volgens een vaststaand stramien is geproduceerd, maakt het eigenlijk bij voorbaat geen poëzie. Want de oneindige variatie in vorm is juist een van de weinige vaststaande eigenschappen van literatuur. Dan heb ik misschien nog liever Google-poëzie, die in zekere zin willekeurig is, maar wel oneindig in variatie.
Het definiëren van literatuur is een -understatement- lastige aangelegenheid. Er bestaan alleen opvattingen over. Het enige dat vaststaat, zo leerde ik ooit in een grijs verleden waarin ik Nederlands studeerde, is dat literatuur dat is wat de experts literatuur noemen. Als we dat gegeven ombouwen in een computationeel model, dan moet dat er ongeveer zo uitzien:
1 Vul een database met meesterwerken uit de canon van de wereldliteratuur. (Of de Nederlandse, om te beginnen.) Begin met de kale teksten uit een boek of duizend (eigenlijk natuurlijk zoveel mogelijk boeken). We beginnen met proza wat mij betreft.
2 Laat daar een simpel patroonzoekend mechanisme op los, dat de teksten op kleinere en grotere patronen doorzoekt, bijvoorbeeld frequentie van woordkeuze, frequenties van combinaties van woordkeuze, herhalingen, verschijning en verdwijning van personages.
2b Koppel er een goede thesaurus aan zodat in de gevonden patronen ook enige synonymie, of misschien zelfs een soort betekenisvelden kunnen worden herkend.
3 Genereer, op basis van de gevonden patronen, nieuw proza.
Ik ben helaas geen programmeur, en heb dus niet het flauwste benul van hoeveel rekenkracht dit experiment zou kosten. Gevoelsmatig zeg ik dat het een redelijk simpel project moet zijn. Immers de analyse van big data is een tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Misschien kan het IT-mannetje van Tirade dit wel? En zelfs al zóu het een hoop rekenkracht kosten, dan nog moet er toch wel ergens wat serverruimte beschikbaar kunnen worden gesteld om een stukje proza te genereren. Voelt een universiteit zich geroepen? Misschien wil Google bijdragen aan de wereldliteratuur? Of is er een uitgever die wil investeren?
Aldus. Hark, hark! Lieve wetenschap, lief literair veld, ik smeek u: ontwikkel een synthetische schrijver. Ik huiver en popel om zijn werk te lezen. Ik krijg visioenen van woeste, haast onbegrijpelijke teksten. Of juist van extreme middelmatigheid. Even kraakhelder geschreven, als duister en vaag. Produceert de virtuele schrijver een stream of consciousness? Dat zou griezelig zijn. Of wordt het een nieuwe openbaring? Een waarschuwing? Een nieuwe ontdekking van de hemel? Ik kan niet wachten.
*Al is het aantal uitkomsten eindig.