De vraag

Begin deze maand vierde mijn vader zijn tweede verjaardag. Hij beleefde deze mijlpaal in zeer besloten kring (mijn moeder). Ikzelf was de datum van de stamceltransplantatie bijna vergeten, wat volgens mij betekent dat het goed met hem gaat.

Een paar weken na de transplantatie hing op buitenkant van de wc-deur de tekst: ‘Ben jij Jan?’ Een goede vraag, vond mijn vader, en hij bleef ermee rondlopen. In een briefje probeerde hij destijds een antwoord te geven, maar hij kwam niet verder dan een paar piketpaaltjes. Tijdens zo’n enorme interne verandering valt er helemaal geen antwoord te geven. Hij had, zo schreef hij zelf, sindsdien twee verschillende DNA’s in één lichaam, een nieuwe bloedgroep én krullend haar. Ik en mijn zus hadden het over zijn wedergeboorte als gekloond schaap en dat de donor wel een jonge Art Garfunkel moest zijn geweest.

De krullen verdwenen weer – grapje van de chemo. Andere dingen bleven, hoe raadselachtig die ook mogen lijken:

Het lijkt verdomd nog waar ook! Op mijn lijf verschijnt donkerde haar dan dat ik gewend ben. Ja, een donor is technisch gezien jonger dan 35 jaar, krijg ik iets van die jeugdigheid mee?  Dat lijken kleine praktisch dingen, maar voordat je het weet gaat de fantasie ermee aan de haal. Twee DNA’s. Daarmee kan je niet aankomen in een tv-programma ‘DNA onbekend’ of wel?

Ik las zelf in het briefje dat hij de vraag wel had willen beantwoorden maar dat simpelweg niet kon. Hij stond er met zijn neus bovenop en zag het niet duidelijk. Hoe frustrerend kan het zijn, vooral ook als man van de techniek, om ergens geen antwoord op te krijgen. Hij voegde er nog aan toe ‘of dit allemaal te schizofreen gedacht’ was.

Mijn vader sloot het briefje af met: ‘Als dit proces achter de rug is blijft de vraag over: “Wie ben ik dan, Jan?”’ Hij is er anders uitgekomen dan hij eraan begon, maar hoe precies is de complicerende factor. De vraag zou ook als inmiddels achterhaald kunnen worden gezien: wie hij nu is doet er ten opzichte van toen niet toe, er is toch geen keus. Laat ik voor mezelf spreken, ik ben door het hele proces net zo goed veranderd (en dat zal voor mijn zus en moeder ook wel gelden). Hoe zou ik (zouden wij) dan zulke levensvragen kunnen beantwoorden? Dat zijn humor niet onderweg door de donorcellen is opgeruimd, is een aardig begin – zien we later wel verder.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.