Dreams of leaving

IMG_4863Het afgelopen cursusjaar gaf ik les aan de Schrijversvakschool. Tijdens de eerste les – het vak was proza en mijn studenten kregen de opdracht een kort verhaal te schrijven – vroeg iemand me of ik nog ging uitleggen hoe je een goed verhaal schrijft; waar zoiets aan moet voldoen.

Mijn antwoord was dat ik dat niet kon. Er zijn een hoop mensen die je kunnen vertellen wat de regels zijn, maar er zijn een hoop goede verhalen die de regels breken.

Zoals die dingen gaan kwam ik er al doende achter waar een verhaal voor mij mee begint.

Wanneer het over schrijven ging zei ik altijd dat het begint met woorden, met een personage dat beschrijft wat het waarneemt. Dat ik mezelf daarna pas de vraag stelde wie diegene, de beschrijver, is.

Dat zei ik altijd, maar ik ben erachter gekomen dat er een dieper liggend begin is: een gevoel van plaats. Voor er een wie en een wat is, is er een waar. 

Een decor moet een bepaalde kracht in zich hebben. Vind de plaats en de handeling volgt vanzelf omdat personages zich voegen naar plaats, en handeling voortkomt uit het krachtenspel tussen de personages. Idealiter isoleert een plaats haar personages, waardoor ze onder druk komen te staan en handelen wordt afgedwongen, onontkoombaar is. Ik zei hier al iets over op Tirade.nu.

Voor mij is schrijven een vlucht, niet zozeer van de werkelijkheid maar naar een andere werkelijkheid, naar binnen toe. Als ik schrijf ken ik geen twijfel, ben ik vrij. Ik vind de plek en luister, kijk, noteer.

De laatste week van onze vakantie brachten we door op een vervallen landgoed in de Auvergne, waar we door een huizenruil terecht gekomen zijn. Het huis had onder meer een salon, een biljartkamer, twaalf slaapkamers en een kelder met lege vertrekken waar het spinrag aan je bleef plakken wanneer je er doorheen liep. Ik hing een schommel op in het eikenbos dat bij het domein hoorde en dacht aan Amsterdam. Nu zit ik hier in de Jordaan en ben ik ook nog daar.

Mijn dromen van vertrek, mijn dissociatieve aard, mijn het is hier nooit goed genoeg, misschien is dat geen ontevredenheid of verveling, maar zijn het de plaatsen die me roepen, die aan me trekken; om aandacht vragen.

‘Kom,’ zeggen ze. ‘Hier moet je zijn. Kom zitten op een bed van klimop en kijk hoe de jongen schommelt. Heen en weer en heen, het zonlicht breekt op zijn gezicht. Hij kijkt naar een punt achter je. Draai je om en merk dat je door zijn ogen ziet, dat je de jongen bent geworden die naar zijn vader kijkt. En weer en heen. Je hebt vuile nagels. Een splinter in de boog van je voet veroorzaakt een ontsteking die…

 _________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.