‘Dat is het mooiste boek van de kraam.’
Omdat ik de man nog niet eerder op een charmanterie had kunnen betrappen moest het in zijn ogen wel waar zijn. Ik stond met Pig Earth in handen van John Berger.
Het was me veel eerder aangeraden door een man die ik gisteren toevallig hoorde spreken over het Franse platteland. Kleine agrarische samenlevingen verdwijnen. Heel soms kan het tij gekeerd worden door een oude Franse wet, bijvoorbeeld éen die regelt dat een aankoop van land gepareerd kan worden door de lokale gemeenschap, wanneer zij met net zoveel geld, en een beter plan komt. Bosbouw bijvoorbeeld boven plezierjacht. Ik tuimelde rechtstreeks in het boek waar deze korte lijn begon. Hij eindigt straks bij Geert Mak.
Het begon met Pierre Bergounioux. In De komst van de tijd beschrijft deze weinig bekende Franse meester een boerderij in Frankrijk, een boerengezin met 4 kinderen. Ik heb met stijgende bewondering gezien hoe Bergounioux dit aanpakte. Bergounioux is waarschijnlijk getrouwd met een kleindochter, hij houdt dit in het boek redelijk vaag. Hij bouwt heel zorgvuldig aan de hand van familiegeschiedenissen het verhaal op.
Een echtpaar, 4 kinderen, we leren heel veel over het boerenbedrijf aldaar, bosbouw met name, maar ook de mislukte poging van een zus te ontsnappen naar een ander leven. Het is een zwaar bestaan, wat vreugdeloos lijkt het soms, maar de stijl, de manier waarop Bergounioux dit doet is ongeëvenaard goed. Ik had nog nooit zoiets gelezen. Het lijkt me heel zinnig als je zou willen leren te schrijven dit boek te lezen.
Hoeveel mensen moeten wel niet betreuren dat hun opa geen adellijke verzetsheld was, want dan heb je wat om over te schrijven. Bergounioux toont hoe waardevol goed kijken en goed formuleren is. Hij maakt wereldliteratuur van een levensverhaal dat vermoedelijk voor heel erg veel voorouders opgaat: het langzaam ingehaald worden door een andere tijd.
De held van dit verhaal is Baptiste, een man die in zich zelf vloekend in de streektaal: ‘Bougre, bougresse‘ strijd voert met heel zijn wezen, met opschietende twijgen, rotsen, bomen. Een werker. De taal van dit boek is toegesneden op deze figuur, het is gedrongen, sterk, precies, zonder opsmuk, zonder heroïek, maar dampend van aarde en overdekt met twijgjes, geurend naar grond. De vertaling van Marianne Kaas kan niet niet anders dan geweldig zijn, deze Nederlandse tekst is althans van een een onuitwisselbare schoonheid. Lees het.
De man die over het Franse platteland vertelde, zei me ook dat als je Bergounioux waardeert, dat je dan zeker John Berger moet lezen. Daar liep ik dus vorige week zaterdag tegenaan op de Lindengrachtmarkt. De marktkoopman lichtte zijn voorkeur nog toe met de aanbeveling dat Geert Mak heel erg van dit boek hield, sterker nog dat zijn Hoe God verdween uit Jorwerd geïnspireerd is door Berger’s Pig Earth.
Ik moet nog een paar dagen wachten, maar dan mag ik. De eerste zin vast: ‘Over the cows brow the son places a black leather mask and ties it to the horns. The leather has become black through usage. The cow can see nothing. For the first time a sudden night has been fitted to her eyes. It will be removed in less than a minute when the cow is dead. During one year the leather mask provides, for the walk of ten paces between fasting-stable and slaughterhouse, twenty hours of night.’