Het was de laatste zondag die het einde van een weekend was in het jaar van de epidemie.
Nadim had zich zo verheugd op de komst van zijn vriendin A, dat hij al om zes uur ‘s ochtends wakker was geworden. Ik hoorde de lattenbodem van zijn stapelbed kraken met elke hyperactieve draai.
Hij had aangegeven dat hij iets bijzonders wilde doen als A kwam spelen. Klimmen in het Amsterdamse bos. Maar sportverenigingen waren dicht en activiteiten met te veel deelnemers werden afgeraden.
Toen ik hem hierover vertelde, had hij geknikt, zijn verlies genomen zoals hij dat kon. Moedig, bijna. Te volwassen voor een jongen van acht jaar oud.
Ik zei dat ik van hem hield, dat we iets anders zouden bedenken. Hij begon over de kermis in het Westerpark, maar die bleek afgelast. Het werd taarten bakken of naar het Woeste Westen, dus vroeg ik A’s vader haar laarzen mee te nemen.
Nadim ging op zijn eigen fiets, die nog te groot was voor hem. A stapte op het zitje op mijn stang en ik voelde haar meisjeslijf tussen mijn armen. Ze lachte bij elk stoplicht om Nadims onhandigheid en hij kreeg rode wangen, maar lachte dapper mee.
Bij het Woeste Westen liepen Naad en A binnen tien minuten op klotsende laarzen. Ik kocht marshmallows bij de beheerder, die me met een overmaking liet betalen en niet keek of mijn geld binnen was voordat hij me weer naar buiten stuurde.
De schuimpjes gingen op stokken en Naad at de zijne zwartgeblakerd.
A roosterde ze tot ze vlam vatten en schaterde. Ik nam de kinderen weer mee naar huis, waar ze Jurassic World keken terwijl ik nu.nl maar bleef verversen. Ik maakte een foto van de kinderen op onze bank en appte die aan A’s vader.
Toen haar moeder haar had opgehaald vroeg ik Nadim hoe zijn dagje was geweest.
‘Leuk,’ zei hij, en hielp me zijn LEGO op te ruimen.
Ik dacht aan de film Melancholia, waarin een meteoriet de aarde komt vernietigen en de mensen kleine dingen blijven doen.
De kleine dingen zijn de grootste, besefte ik toen ik die avond later dan normaal Naads lichtje uitdeed.
Er was geen wereld om te redden. Er was alleen maar dit.