Charles Reznikoff (1894-1876) drukte de meeste van zijn boeken op een apparaat als hiernaast. De uitgevers zaten er niet op te wachten, leek het. De jurist Reznikoff werd in kleine kring vermaard om zijn Testimony: The United States (1885–1915), Recitative (1934–1979). Een hele dikke pil van een lange reeks gedichten. Reznikoff gebruikte rechtbankverslagen, getuigenverklaringen om een portret te schetsen van zijn land en van de bewoners en de tijd waarin zij leefden. O tempora, o mores! zoals de jurist Cicero al verzuchtte, Oh tijden, oh zeden! Het is een droeve stoet geplaagde, gekwetste, beroofde, berooide, mishandelde, vermoordde, verongelukte, onrecht aangedane, belazerde gewone mensen. Een litanie van pech en narigheid. Maar het is daardoor niet zwartgallig of uitzichtloos. De gedichten van Reznikoff zijn empathie-machines. Mocht je ooit twijfelen of je nog wel genoeg voelt, dan is dit een prachtige toetssteen.
Aanvankelijk verwoordde hij de gevonden getuigenverklaringen in proza, maar later maakte hij er poëzie van. Of… werkt het zo? Hij koos voor een vorm die eruitzag als poëzie om daarmee iets te verlenen aan deze getuigenissen: dat is op zich al een daad van barmhartigheid. De narigheden die het tot de rechtbank brachten en waarin dus steeds iets misgaat, verkrijgen door de vorm die Reznikoff verkoos iets algemeen geldigs, iets universeels. Iets van een moeilijk te definiëren schoonheid, de eeuwige worsteling van de mens. Afgebroken regels helpen daarin, wellicht omdat dit het leestempo wat tempert, of meer nadruk op elke korte informatie-eenheid legt.
Reznikoff onthoudt zich van commentaar, er is geen alwetende verteller, het klinkt naar wat het is: de woorden van wie het meemaakten en er een rol in speelden. Een voorbeeld uit honderden.
Op een avond in april of mei
zag zijn dochter dat iemands hand
het gordijn dat strak voor haar raam was dichtgetrokken, deed bollen
en ze rende in haar nachtkleding de kamer ernaast binnen
waar hij en zijn zoon zaten.
Hij rende langs de ene kant van het huis
en zijn zoon de andere kant op
en ze vonden een zwarte man
onder een werkbank,
binnen twee of tweeënhalve meter van het raam,
die een stuk plank voor zijn gezicht hield –
en hen smeekte niet te schieten.
In geen van deze gedichten wordt duidelijk wat het oordeel van de rechter is geweest. Ook Reznikoff zelf oordeelt nauwelijks. Ik kan niet goed beoordelen hoe de empathie zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld heeft, maar ik kan me wel voorstellen dat die wellicht kort na publicatie voor sommige mensen bij de arme dochter des huizes lag –in haar pyjama – die wel erg geschrokken moet zijn.
Nog een, een zeldzame dierenkwestie.
Ene meneer Fairchild huurde een paard en wagen;
toen hij ‘s avonds terugkwam,
had het paard zestig of meer mijlen gereden.
Het weer was koud en het ijzelde, de wegen waren slecht.
De wagen en het paard waren bijna geheel bedekt met bevroren modder;
en er was heel wat hoog bovenop de wagen terechtgekomen:
bij normaal rijden komt de modder daar niet.
Het paard kon een paar dagen niet staan,
hij lag de hele tijd;
en de stalhouder kon hem niet overeind krijgen.
Dit zou tegenwoordig een zaak in het bgebruiksrecht zijn, de kleine lettertjes in een leasecontract. En in 1915 was misschien de verongelijkte verhuurder de belangrijkste personage. Dus het perspectief in dit materiaal verandert, maar de pregnantie niet.
Getuigenisliteratuur, als je het zo kunt noemen is een genre op zich. Ziektegeschiedenissen behoren daar wat mij betreft ook toe: een deskundige beschrijft wat hij ziet dat er in zijn of haar patiënt gebeurt, waar de behandelaar getuige van is. Juridische teksten behoren tot de oudste gedrukte teksten die er zijn. Ze zij de directste manier om kennis te nemen van wat de mens beweegt en waar het steeds misgaat. De Testimony van Reznikoff is een staalkaart van het menselijk tekort. Juist door de stijl, de geserreerde vorm lees je deze gewone levens met hun onplezierige voorvallen met een haast dichtgeknepen keel. De veroordeling is irrelevant: weliswaar brengt die volgens de juristen de zaak in evenwicht, maar wat er gebeurd is, kan hoe dan ook niet ongedaan gemaakt worden. De gedrukte getuigenverklaring sleept de rottigheid ongeacht de uitkomst van de zaak de eeuwigheid in. We zitten er mee opgescheept. Met alles wat gebeurd is. Voor eeuwig zie ik die man die zijn gezicht verbergt achter en stuk hout, en dat paard dat buitenproportioneel afgejakkerd is. (30 mijl is al veel voor een paard.) Dit zijn speldenprikken van een verleden dat niet ongedaan kan worden gedacht. De verzamelaar van deze getuigenissen wist dat, stak er zijn tijd en energie in.
rechtzaken:
Ferdinand von Schirch Verbrechen
Charles Reznikoff Testimony: The United States (1885–1915), Recitative (1934–1979).
Ziektegeschiedenissen:
Richard Freiherr von Krafft-Ebing Psychopathia Sexualis: eine Klinisch-Forensische Studie
Douwe Draaisma Ontregelde geesten
Gewone mensen:
Joseph Mitchell McSorley’s wonderbaarlijke saloon (vertaling Dirk-Jan Arensman)
Edgar Lee Masters Spoon River Anthology (vertaling Martinus Nijhoff)