Den Haag, vrijdag 8 juni 2012. Josh Ritter betreedt onder warm applaus het podium van de kleine zaal in het Theater aan het Spui. ‘Huiskamer van Den Haag’, staat op mijn entreekaartje onder het logo van het theater, en zo voelt het ook. Wim Brands introduceert en interviewt de Amerikaanse folk singer and writer. Writer, want Ritter (Idaho, 1976) is net gedebuteerd met zijn roman Bright’s Passage (2011, vertaald als De wonderjaren van Henry Bright, 2012).
Vorige week schreef ik hier over Steve Earle en zijn mentor Townes van Zandt. Afgelopen woensdag zag ik Josh Ritter opnieuw, nu in het Amsterdam-Noordse Zonnehuis, en kwam zomaar deze songtekst voorbij:
Sitting on the porch, singing Townes van Zandt
Play guitar to burn off the hours
Till we climb the fences at the edge of town
And paint our names on the water towers.
(uit ‘Me & Jiggs’)
Een maand na het interview in Den Haag zag ik Ritter nog een keer optreden, toen in Paradiso, en het scheelde niet veel of ik was afgelopen donderdag gewoon nóg een keer naar hem gaan luisteren in Rotterdam; er is iets verslavends aan die man op een podium, stralend en charismatisch, altijd met de hint van een sympathieke, oprechte lach op zijn gezicht. Natuurlijk ben ik niet de eerste die dat vind. ‘I have nothing bad to say about that boy,’ liet Joan Baez (zie opnieuw vorige week) zich ontvallen. Zij noemt ‘some of his songs just superb’, maar zegt ook: ‘What I’m most impressed by is watching him perform. He’s very charismatic.’
Iets van die charme kreeg ik van dichtbij mee toen ik – weer even terug naar 2012 – netjes in de rij stond te wachten tot Ritter mijn boek zou signeren. De rij was niet lang maar bewoog amper, en ik zag al snel waarom: bij de boekentafel nam de onlangs gedebuteerde, wereldberoemde pop-folk-rock-ster uitgebreid de tijd om iedereen te omhelzen. Hier stond een auteur zó te stralen van geluk, zó blij dat mensen voor hém waren gekomen, dat hij ons allemaal wilde bedanken en woorden niet toereikend waren. Gewoon: Ja, het leven is mooi, laten we dat vieren – kom in m’n armen, vreemdeling! Precies diezelfde gelukzaligheid straalt hij uit op het podium.
Los van dat alles heeft hij ook gewoon heel goede muziek gemaakt, en dat doet overigens nog steeds. Luister The Animal Years, luister The Golden Age of Radio, en je komt genoeg moois tegen. Live at the Iveagh Gardens mag niet in dat rijtje ontbreken – ook daar spat het plezier vanaf. (Sla dan vooral niet ‘Harrisburg’ over, met in het midden een mooi intermezzo van de rasverteller die Ritter is.)
Wat me afgelopen woensdag opviel, en niet voor het eerst: Ritter heeft een voorliefde voor het herhalen van bepaalde beelden in zijn teksten. Heaven, hell, fire, horses, maar vooral: angels. Dat komt allemaal terug in zijn roman, zie ik bij herlezing van Bright’s Passage. In het kort draait het boek om de twintigjarige Henry Bright, een Amerikaan die in 1918 terugkeert van de Eerste Wereldoorlog. Aan het front in Frankrijk, in de verwoestende loopgravenstrijd, ontsnapte hij verschillende keren aan de dood. Gedachtespinsel of niet, in de roman wordt als realiteit aangedragen dat er een engel tot hem spreekt: een stem vanuit de schaduw, die hem influistert stil te zijn als de vijand in de buurt is, of die hem waarschuwt niet van vergiftigd water te drinken. Eenmaal terug in Amerika begint de engel opnieuw tegen Bright te praten, en wel via de mond van een paard. De engel heeft besloten dat de huidige God het heeft verprutst, met die hele oorlog, en dat er een Future King of Heaven nodig is. En Henry Bright moet die verwekken, bij zijn buurmeisje Rachel.
Zodoende schaakt Bright de vrouw die (toevalligerwijs?) toch al zijn grote liefde was en bevalt Rachel van een zoon, maar ze komt daarbij zelf te overlijden. Een wraakzuchtige schoonvader is onderweg om zijn kleinzoon op te eisen, dus Bright – paard aan de hand, baby in een draagdoek op zijn borst – zet zijn kleine huisje in brand en vlucht, voor zowel de schoonvader als de bosbrand die hij heeft veroorzaakt.
Een roman navertellen alleen aan de hand van de plot – verschrikkelijk, nooit doen. Het boek, licht en humoristisch van toon en voortrazend als Bright op de vlucht voor de wildfire, gaat over geloof en vertrouwen, liefde en afgunst, lotsbestemming en vrije keus, en over de constante dreiging van de buitenwereld. Die engel is een fijne kunstgreep, met veelal komische situaties tot gevolg – een pratend paard! –, maar biedt tegelijkertijd ook ruimte voor interpretatie, en voor interessante vragen. Uiteindelijk is het nooit de engel die handelt, maar is het altijd Bright zelf: maakt het iets uit of dat komt door een hogere macht die hem iets influistert, of door een stem in zijn hoofd die daar terecht is gekomen tijdens zijn traumatische ervaringen in de oorlog? Oftewel: als de uitkomst in beide gevallen hetzelfde is, maakt het dan enig verschil waar je de verantwoordelijkheid voor die uitkomst legt – bij jezelf of bij een hogere macht?
(Dat brengt me zijdelings bij de serie The OA, waarvan ik de laatste aflevering (van het eerste seizoen) zag voordat ik naar het concert van Ritter ging. Zonder weg te geven waar de afkorting ‘OA’ voor staat – daar kom je pas halverwege het seizoen achter –, kan ik wel spoilervrij stellen dat deze serie ook deels om die vraag draait: als het resultaat wenselijk is, doen je beweegredenen er dan nog toe? Veel meer parallellen met het verhaal hierboven verklappen zou de serie wel redelijk verpesten, voor wie die nog niet zag.)
Met Bright’s Passage weer fris in het geheugen, wordt luisteren naar Josh Ritter een feest der herkenning. Zo staat zijn meest recente album Sermon on the Rocks (2015) opnieuw vol met engelen en paarden; never change a winning team.
Irwan Droog (Den Haag, 1984) studeerde Nederlandse letterkunde en literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij zat in de redactie van Recensieweb en Tijdschrift Ei. Voor Tirade schreef hij eerder een artikel over het werk van John Steinbeck. Van 2012 tot 2017 was hij redacteur bij Uitgeverij Cossee. Hij is medeoprichter van de J.M.A. Biesheuvelprijs, de eerste literaire prijs voor korteverhalenbundels. Sinds begin 2017 werkt hij als zelfstandig redacteur en vormgever. © foto Floor Schrijvers