‘Hé, kijk… Maarten Baas… Yo, Maarten, wat ben je aan ’t doen?’
‘O, ik zit een beetje te tikken… tijdens de Dutch Design Week schrijf ik iedere dag een kleine column voor het Eindhovens Dagblad.’
‘Huh? Kun je dat ook?’
‘Wat?’
‘Schrijven. Je bent toch ontwerper?’
‘Vormgeven is toch vormgeven? Eerst krijg je een idee en daarna kijk je in welk medium je ’t uitwerkt.’
‘O, ja. Natuurlijk!’
‘Maar volgens mij is ‘r wel een groot verschil tussen fictie en non-fictie. Ik bedoel: zo’n stukje schrijven over mijn eigen leven lukt me nog wel, maar als ze mij zouden vragen om allerlei dingen te verzinnen: dat zou ik nooit kunnen.’
‘Ach, dat verschil tussen fictie en non-fictie moet je niet overdrijven hoor: op mijn boeken staat ‘roman’, maar alles wat ik schrijf is 100% autobiografisch.’
‘Hahaha!’
‘Hahaha!’
‘Zo, nu ga ik weer verder als je ’t niet erg vindt.’
‘Wacht ff… kun je de lezers van Tirade kort uitleggen wat de Week van het Ontwerp eigenlijk behelst? Wat is er zoal te zien en te doen?’
‘Heb je een computer?’
‘Ja.’
‘Heb je google?’
‘Ja.’
‘Zoek ‘t dan lekker zelf op.’
‘Hahaha!’
‘Nee, wacht… misschien is ‘t wel sympathiek om een linkje te maken naar de mensen van Kazerne, die zijn deze week net open gegaan.’
‘Doe ik. Maar stuur mij dan je eerste column door. Zet ik die op de Tirade-blog.’
Door: Maarten Baas
De zon straalt, een strakblauwe hemel. De terrassen zitten vol. Af en toe het geronk van helikopters waarmee politici, filmsterren en popzangers naar Eindhoven worden gevlogen.
Iets te laat loop ik het van Abbe binnen voor de opening van Sense/ Nonsense. De crew staat me zenuwachtig op te wachten; een suppoost sleurt me naar de zaal met mijn stukken.
Aan het geroezemoes hoor ik dat de delegatie van hoogwaardigheidsbekleders (Neelie Kroes, Thomas Widdershoven) en celebrities (Hans Klok, Paul Haenen) nadert. Minister Jet Bussemaker loopt voorop. Ze ziet er prachtig uit. Een hemelsblauw rokje, blouse met roezelkraag en paarse hakschoenen.
Op het moment dat de minister – stralend – met uitgestrekte hand op me af komt, breekt de hak van haar rechterschoen. Ze verzwikt haar enkel. Ik zie hare excellentie bijna omvallen, spring naar voren en weet haar op tijd op te vangen. Opgeluchte oh’s en ah’s gaan door de zaal. Burgemeester Van Gijzel zet een applausje in. Jet en ik schieten in de lach. Met die verzwikte enkel kan ze niet verder lopen. Ik draag haar naar zaal 5 – ze is zo licht als een schoolmeisje – en til haar in de Slow Car van Jurgen Bey. In het elektrische wagentje vervolgt de minister haar bezichtiging.
Glunderend rijdt ze langs stukken van Tord Boontje, Atelier NL en Wim T. Schippers.
Aan het einde van de middag draag ik de minister de lift in. Haar helikopter staat al te wachten op het dakterras van het van Abbe. ‘”Nou”, zegt Jet met een knipoog, “designers zijn een stuk nuttiger dan ik had gedacht”.’ Zwierig draait haar helikopter de schemering in. Terug in mijn zaal zie ik het muiltje van Jet liggen. Ik steek het in mijn binnenzak. Voor het slapengaan, zet ik de schoen op een lege plank van mijn Billy.
Morgen: De Witte Dame.
Van maandag 20 tot en met zaterdag 25 oktober schrijft Maarten Baas iedere dag een kleine column voor het Eindhovens Dagblad. Dit is de eerste uit de reeks. De volgende afleveringen zullen niet op deze blog verschijnen, wel in de papieren en digitale editie van het E.D. Bovendien kun je de columns lezen via Blendle.
—————
Volgende week: (Eindelijk!) De LINDA Questionnaire. En meer. Kiekjes hierboven: M.K.