Voorin de zaal, vlakbij de spiegelwand, trippelt een oude man met een kalend hoofd over de lopende band. Een vrouw met grote borsten doet achterin de ruimte buikspieroefeningen op een matje. Twee heuvels rijzen, twee dalen. Vanuit een andere zaal komen flarden muziek vermengd met de schelle stem van de spininstructrice. Ik voer een programma in op de crosstrainer. Type: heuvels, tijd: 15 minuten, niveau: 11. Start. Armen en benen gaan in tegengestelde bewegingen. De borstkas gaat op en neer. Luchtlanglaufen.
Boven de wandspiegel hangt een rij televisieschermen. CNN. SBS6. RTL4. MTV. Een nieuwslezer. Een soap. Dr Phil. Een clipje met een lange jongen in een blauw vest. Hij slentert, een leren jack over zijn schouder geslagen, over een verregend plein in een Europese stad. Duidelijk niet Amerika. Daarvoor zijn de wegen te smal, is de lucht te grijs. De jongen zwalkt rond, hangt over een prullenbak, gaat op de stoep bij de tramrails zitten. Een vrouw trekt hem weg. Hij staat op, loopt verder, houdt zijn hand tegen zijn slapen. Alsof hij hoofdpijn heeft. Ik lees de ondertiteling. You were wonderful. I was so pathetic. We were wonderful.
De jongen zwalkt verder. Het lijkt alsof hij zingt. Een paar agenten spreken hem aan. Een dikke vrouw fotografeert het tafereel met haar mobieltje. Een rood lampje. De crosstrainer waarschuwt. Ik ga de heuvel op. Linkerbeen voor, rechterarm naar achteren. Rechterbeen voor, linkerarm naar achteren. Mijn knokkels wit, mijn kuiten gespannen. Ik sluit mijn ogen en voel de wind, door mijn haar, in mijn gezicht. Ja. Ik genereer energie. Hier, achter gesloten oogleden, zijn de bergen. De velden. Ik ruik het gras. De zon gaat onder en ik tel, gelegen op mijn rug, duizenden sterren.
De tv-schermen flikkeren. De jongen raakt geagiteerd, roept tegen voorbijgangers. What’s up with y’all. Looking at me like a monkey. Hij tolt en draait. Laat zijn leren jas op de straatstenen vallen. Raapt hem op, wandelt weg met gekromde rug. Alleen. Weer het rode lampje. De berg wordt stijl. Mijn ademhaling zwaar. De eerste zweetdruppels vormen zich langs de haarkruin, tussen de schouderbladen. Kijk. Hier ben ik. Met vierkante ogen eindigt deze dag. Straks haal ik in plastic gehuld voedsel uit de schappen, bak anonieme vormen in een pan en spoel al het vergaarde zout van mijn lichaam. Weg van de buitenlucht, met de deuren dicht. Mijn mythische Bensalem.
Rosan Hollak (1971) studeerde filosofie en politieke wetenschappen. Ze is journaliste bij het NRC Handelsblad en debuteerde in 2012 met de mozaïekroman Scherptediepte (De Bezige Bij).
*Deze (laatste) blog van Rosan Hollak was afgelopen zondag ook te lezen op Tirade.nu. Wegens het late moment van plaatsing op die dag, nu in de herhaling.