François worden – over Houellebecqs ‘Onderworpen’

Het onderscheid tussen mannen en vrouwen is een simplistisch, talig construct dat het desalniettemin tot allesbepalende factor heeft geschopt binnen onze joods-christelijke cultuur, alsmede binnen die van de islam. Het is lastig te geloven dat Michel Houellebecq zich dit niet realiseert. Het is zo mogelijk nog lastiger om te reageren op de vraag van oud-Tirade redacteur Menno Hartman wat een vrouw van Houellebecq’s Onderworpen vindt.

Op de derde pagina van zijn roman pleit Houellebecq ervoor dat een goede schrijver daadwerkelijk aanwezig is in zijn boeken. Als de schrijver je dierbaar is, wil je hem terugzien en ‘je dagen met hem doorbrengen’. De 24 uur die ik doorgebracht heb met François, de hoofdpersoon van het boek, waren me in ieder geval dierbaar. Ik werd François, reed de desolate weg de stad uit, stapte in het tankstation over een lijk om een broodje tonijn gezond te pakken en keek uit naar een goed gesprek met de man van een collega. Zelfs zijn gevoel van hunkering naar de veel jongere Myriam werd het mijne.

Ook als ik niet in de tekst verdiept was en zelfs nu het boek allang weer in de kast staat, keert het gevoel een beetje François te worden terug. Dat maakt Houellebecq naar zijn eigen maatstaf en wat mij betreft een goede schrijver en Onderworpen een goed boek. Tot zover mijn bevindingen.

In plaats van aan de Sorbonne in Parijs te werken, werkte ik tijdens het lezen echter aan de Universiteit van Amsterdam aan mijn proefschrift. Het Maagdenhuis was net weken lang bezet door ‘competente rebellen’ die zich verzetten tegen het neoliberale rendementsdenken, de financialisering en de daarmee gepaard gaande bureaucratisering van de universiteit. En ook die wereld werd de mijne.

Een wereld waarin mannelijke en vrouwelijke professoren, docenten en studenten zich groepeerden om het systeem van de universiteit kritisch te analyseren. En hoewel ook in Amsterdam de voorzitster van het college van bestuur het veld moest ruimen, gebeurde dit niet omdat ze een vrouw was, maar juist omdat ze zich heer en meester waande. Zij dacht boven de mensen die de universiteit haar bestaansrecht geven te staan, maar viel van haar door studenten, docenten en professoren aan het wankelen gebrachte voetstuk. Houellebecqs Marie-Françoise vertrekt echter gedwee en vrijwillig als de Sorbonne onder gematigd islamitisch bestuur komt en vrouwelijke professoren geen plek meer gunt.

Die samenloop van omstandigheden, het François worden van mezelf en het deel uitmaken van de assemblies in het Maagdenhuis, maakte dat ik het ongeloofwaardig achtte dat de islamisering van de universiteit waarin vrouwen ondergeschikten zijn, zoals Houellebecq schetst, zonder meer bewaarheid kan worden.

We kunnen zijn scenario echter wel als een waarschuwing zien. En juist daarom leer ik mijn, grotendeels vrouwelijke, studenten kritisch te denken en in te zien dat onze cultuur bol staat van constructen die zozeer op los zand gebouwd zijn, dat we ze met een beetje moed kunnen en moeten doen wankelen.

‘Liever een idealistische, kwalitatief gerichte geesteswetenschapper dan een zielloze, pragmatische massafiguur die zich tevreden stelt met wat zij aangereikt krijgt, kritiekloos overgebleven in een wereld die zij zelf heeft helpen creëren’, schreef Tessa de Vet, student aan de UvA, in de Volkskrant van 8 juni 2015. Hoewel ik haar niet doceer, verwoordt ze treffend het kritische geluid dat geesteswetenschappers aan universiteiten en hogescholen stimuleren en dat mensen op de been brengt.

Die kritische houding past een universiteit en zelfs Houellebecq slaagt er niet in me te overtuigen dat die de komende zeven jaar zal afnemen, laat staan verdwijnen. Mijn vertrouwen in de huidige en komende generaties studenten is daarvoor te groot.

Het is daarnaast veel eenvoudiger om François te worden als je het onderscheid tussen mannen en vrouwen tijdens het lezen geen rol laat spelen. Laten we daar beginnen en ons afvragen wat een boek met je doen kan, voordat we er iets van vinden.

—————————

Rebecca Louise Breuer doceert cultuurfilosofie en visuele cultuur aan het Amsterdam Fashion Institute – Amfi. In het najaar van 2015 verdedigt zij aan de Universiteit van Amsterdam haar proefschrift getiteld Fashion Beyond Identity. The Three Ecologies of Dress.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *