Op verzoek van Karel Eykman heb ik een reeks gedichten voor kinderen geschreven.
Ik heb zeven manieren om een gedicht te maken bedacht.
De vijfde gaat als volgt:
Voer een telefoongesprek met een vriend
of vriendin, luid vertel je hoe het was
op school, wie wat zei tegen wie, wie verliefd
is op wie, wie boos op wie, totdat je vader,
moeder, broer of zus, vraagt of je bijna klaar bent.
Bijna, zeg je. Het is een mooi gesprek,
maar er is niemand aan de andere kant
van de lijn.