Een van mijn lievelingsplaten beluister ik bijna nooit. Ik heb het over In the Aeroplane Over the Sea (1998) van de indieband Neutral Milk Hotel, een rauw conceptalbum dat al jaren een internationale cultstatus heeft. De manische, verhalende nummers gaan over het tragische leven van Anne Frank maar lopen ook consequent over in surrealistische droomvisioenen, dus het is de vraag of onderwerp en thematiek zich zomaar laten samenvatten. Toen de LP uitkwam was de belangstelling al vrij groot. Zozeer dat de schuwe zanger, gitarist en tekstschrijver Jeff Mangum instortte, de groep meteen ontbond en voor enkele jaren uit beeld verdween.
Ik noem het album zelden omdat ik er voor mijn gevoel eindeloos over door zou kunnen gaan, zonder ooit tot een definitief, samenhangend verhaal te komen. Ik zet het zelden op omdat ik na één nummer meteen de rest wil horen, en dan al snel mijn tranen niet meer kan bedwingen. Het komt door de simpele melodieën, de intens emotionele teksten over liefde en het protest tegen de dood, maar niet in de laatste plaats door Mangums stem. Hij mag er dan dikwijls een halve toon naast zitten, hij zingt zo hartstochtelijk, met een oprechtheid die volkomen puur is, dat het me onmiddellijk raakt.
Dat heb ik ook met sommige gedichten van Jan Hanlo (1912-1969). In zijn gedicht ‘Zo meen ik dat ook jij bent’ weerklinkt voor mij een vergelijkbare, bijna pijnlijk openhartige stem:
zo meen ik dat ook jij bent
zoals de koelte ’s nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent
als melk
als leem
en ’t bleke rood van vaal gesteent
of porselein
zoals wat ver is en gering
en lang vergeten voor het oud is
zoals een waskaars en een koekoek
en een oud boek en een glimlach
en wat onverwachts en zacht is en het eerste
en wat schuchter en verlangend en vrijgevig
gaaf maar broos is
zo meen ik dat ook jij bent
In een doodstille Concerto mogen platen nog uitsluitend door het personeel worden aangedragen, alsof het om sieraden of verdovende middelen gaat. Ik liet een heruitgave van In the Aeroplane Over the Sea opdiepen. Jarenlang heb ik het album op mp3-spelers, schoolcomputers, laptops en telefoons afgespeeld, en nu hoor ik het voor het eerst op vinyl. Na een fietstocht door een uitgestorven stad en herhaaldelijke pogingen om de krant van vandaag te vergeten voel ik me gesterkt door het refrein van ‘Holland, 1945’:
‘But now we must pick up every piece
Of the life we used to love
Just to keep ourselves
At least enough to carry on’