In Het lichaam van Clara hult Jan Siebelink zich in de wel zeer doorschijnende
gedaante van lookalike Oscar Sprenger. Die heeft een roman geschreven waarin ene Clara Hofstede zich, zeer tot haar genoegen, meent te herkennen. Helaas duurt het plezier niet lang, want Oscar is niet bereid om altijd daar te zijn waar senior groupie Clara hem hebben wil. En dus wordt ze eerst hysterisch, vervolgens psychotisch, om tenslotte te verzeilen in een depressie die haar kaarsje langzaam smoort.
Clara’s lot heeft wel wat weg van het drama dat Emma Bovary beschoren was. Bijgevolg is Oscar Sprenger, de verteller van Het lichaam van Clara, een literaire nazaat van Gustave Flaubert, die tranen met tuiten huilde toen zijn heldin zich met arsenicum volpropte, maar die intussen wel degelijk verantwoordelijk was voor haar doen en laten. Schrijvers en personages, dat is zoiets als beulen en slachtoffers.
Siebelink heeft Het lichaam van Clara opgedragen aan ene Elise, ‘heldin van mijn volgende roman’. Arme vrouw. Besef je dat er een vampier op je loert?