Een taboe lijkt me ook iets waarmee de schender ervan over zijn eigen graf regeert. Taboeschendende handelingen, incest, kindermisbruik, zorgen ervoor dat er nog generaties later schade ondervonden wordt. Ik vind dit een bijna biologisch-anthropologische verklaring van waarom het eigenlijk taboe is.
In de Oscarwinnende film Spotlight van Tom McCarty en het boek A Little Life van de Hawaiaans-Amerikaanse Hanya Yanagihara ligt misbruik door Rooms-Katholieke geestelijken aan de basis van een verhaal dat zich veel later afwikkelt, lang na de gebeurtenissen waarop het taboe rust. Daarmee is de tijd die vergleden is, en ook het taboe zelf een element in de verhaalkracht geworden. In beide verhalen wordt een verzwegen geheim langzaam afgepeld als de rokken van een ui.
In Spotlight besluit een club onderzoeksjournalisten van de Boston Globe begin jaren nul van deze eeuw het stilzwijgen over een reeks misbruikgevallen in de van oudsher katholieke Amerikaanse stad te doorbreken. Het is een zinderende journalistieke thriller waarin twee zaken bijzonder opvallen: 2002 lijkt nog voor de grote internationale ontwikkeling van het Ego te zijn: de groep werkt samen als bijen in een korf, er is er niet een die tracht de credits naar zich toe te trekken. De film problematiseert het begrip schuld, door elk van de betrokken verzwijgers ergens een aandeel in de ontmanteling te gunnen.
A Little Life maakt eveneens op een narratief interessante wijze gebruik van het taboe op misbruik, 800 bladzijden lang wordt steeds mondjesmaat een klein tipje van de sluier gelicht onder welke het gruwelijke verleden van de hoofdpersoon Jude verborgen gaat. Er zitten gewoon heuse misbruikcliffhangers in! Veelzeggend in deze is ook wel de cover, een man die ik eerst veronderstelde in pijn te verkeren, maar het is een kunstwerk dat ‘Orgastic Man’ heet. En dat eerste – de pijn – is relevant in het verhaal, het tweede is duidelijk juist precies het logische probleem van Jude, hij kan natuurlijk geen plezier meer aan sex beleven. Het omslag lijkt een bevestiging van de gedachte dat de pijn die als motor onder dit verhaal schuilgaat, ook ergens geassocieerd is met genot. Narigheid wekt genot op.
Wat mij tot de ongemakkelijke vraag brengt (zie ook succes van Het hout van Jeroen Brouwers) dat een moeilijk fenomeen als een taboe dus ook de intense interesse ernaar losmaakt. Het taboe als motor voor een verhaal. En dat de lezer daarmee ergens naast zijn hoop op de berechting van de schuldigen dus eveneens een beter begrip voor wat de schuldigen dreef zou moeten krijgen? Of althans tegen zijn zin moet toegeven dat wat deze maatschappij als zeer ongewenst beschouwt bij hem/haar toch ook een diep gevoelde fascinatie loswrikt.