Het kinderlijk verlangen naar fonteinen

Een verblijf in een andere stad is altijd een goede manier om uit te vinden wat je eigenlijk mist aan je eigen stad, en in Amsterdam mis ik fonteinen. Zaterdag was ik op een Berlijnse vlooienmarkt rond een plantsoen. Er stonden vijf enorme, iets gekantelde sculpturen in de vorm van de industriële smeltkroezen die ik uit mijn geboortestreek ken, waar van oudsher veel gieterijen zitten. Bovenop een van de smeltkroezen stond, om een idee van de omvang te geven, een kinderwagen. Uit elke kroes klaterde een straal water in een in de bestrating uitgespaarde geul. Alle geulen liepen in een centrale geul uit, die het water naar een afvoer leidde. In Keulen, aan de Rijn, is ook zo’n mini-Neeltje Jans gebouwd, met allerlei kuilen en geulen waar stromend water zich een weg doorheen baant. Ik word er altijd vrolijk van.

In Amsterdam is water in overvloed, dat weet ik ook wel. Maar hoeveel ik ook houd van de grachten, doe mij het speelse avontuur van een fontein. Het een hoeft immers het ander niet uit te sluiten. Als straks het Rokin af is, komt daar een fontein te staan, maar wel een laffe, die vooral sijpelt. Een beetje fontein moet spuiten, of op zijn minst klateren. Je kan in Rome geen straathoek omslaan of er tinkelt weer een stroompje uit een gebeeldhouwde leeuwenbek. In Nijmegen hebben ze in een hellende straat een klein beekje door het midden gelegd. Dat doet een mens toch goed?

Als ik de burgemeester was, het speelse verlangen naar een fontein maakt dit soort kleuterredeneringen in mij los, dan zou ik het, om voor het gebrek aan fonteinen te compenseren, extra bont maken. Ik zou een mooie, brede brug uitzoeken. De Torensluis of het Koningsplein bijvoorbeeld. Een pomp de gracht in, en dan, o megalomane waterpret, een fontein op een brug. Wie weet, misschien wel met een geultje over de stoep zodat het water de gracht in klettert. Natuurlijk bij een pijler, zodat je niet nat wordt in je grachtenbootje. Maar je moet wel elke keer een beetje bang zijn dat het misschien toch spettert.

Op de kaart zag ik dat er in het Volkspark Friedrichshain letterlijk een sprookjesfontein staat, de Märchenbrunnen. Ik ga er een dezer dagen eens kijken, ik heb de fontein bewust niet gegoogeld, maar hoop op een Efteling-LSD-Anton Piecktrip. Als Eberhard dit leest: ik zou het Leidsebosje wel een mooie plek vinden.

 


 

Daan Doesborgh (1988) is schrijver en redacteur van Tirade. De maand september brengt hij door in Berlijn. Op Tirade.nu blogt hij elke zondag over wat hem op is gevallen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *