Het verzadigd beeld van Los Alamos

© Eggleston Artist Trust.

Tot en met aanstaande woensdag zijn onder de titel Los Alamos de foto’s van William Eggleston te zien in het Foam. Collega Menno Hartman schreef er hier al over.  Bij de tweede keer dat ik de tentoonstelling bezocht begreep ik wat Eggleston doet en wat ik miste.

Om met dat eerste te beginnen: overdonderd raakte ik door zijn palet. Eggleston zorgt in elk van zijn foto’s voor een kleurbom. Vaak zijn het felle primaire kleuren, veel rood en blauw, maar ook aardetinten. De onderwerpen steken af tegen de sobere achtergrond. Of het nu een reclamebord in wit-met-rode letters is tegen een vaalblauwe hemel of het glas campari on the rocks  tegen het grauwe interieur van een vliegtuig, Eggleston weet een warmte te creeëren in zijn foto’s die voordien ondenkbaar (halverwege de jaren ’70) was. Zijn kleurrijke objecten hebben daarbij een strategische plaats (zoals Menno beschrijft) in de compostitie en daardoor vuurt elke foto als het ware zonder aankondiging kleur op je af.

In kunstfotografie was zwart-wit tot Los Alamos de norm. Eggleston zorgde voor een omwenteling, door gebruik te maken van een ontwikkeltechniek die zeldzaam is in de fotografie. Het was me opgevallen dat zijn palet soms tegen het onnatuurlijke aan zit, alsof hij in Photoshop met de balansen heeft lopen schuiven. De techniek waarmee Eggleston pionierde is het zogenaamde dye-transferprocedé, een dure en arbeidsintensieve voorloper van wat je nu binnen enkele seconden op een smartphone met een foto kunt doen. Tijdens de ontwikkeling van de opname worden de primaire kleuren gesplitst in drie afzonderlijke films. Cyaan, magenta en geel zijn dan los van elkaar te beïnvloeden met filters, waarna het geheel wordt samengevoegd voor de uiteindelijke afdruk. Eggleston werkte veel met het verzadigen van een kleur om die te laten uitkomen en zijn foto’s de herkenbare warmte te geven.

© Eggleston Artist Trust.
© Eggleston Artist Trust.

Maar naar mijn idee ontbrak er iets op de foto’s. Eggleston reisde door het zuiden van de VS tussen 1966-1974 om zijn beelden te verzamelen. Hij vertelt een verhaal over plaatsen als zijn hometown Memphis en de Mississippi Delta, New Orleans, Las Vegas en het zuiden van Californië. Los Alamos, New Mexico is de plaats waar in het geheim kernwapens werden ontwikkeld. Maar hij schildert door al die plaatsen te fotograferen ook een verhaal over het harde leven aldaar. Zet je vooroordelen over het zuiden maar opzij, lijkt hij te willen zeggen. Het mag op straat dan een rotzooi zijn, in het cosmetisch wegstervende zonlicht lijkt het een aangenaam toeven. Eggleston zoekt naar het randje van de American Dream, waar die net tussen de vingers door glipt, maar doet dat opvallende genoeg door nauwelijks mensen vast te leggen.

Het ontbreken van personen weet Eggleston in zijn voordeel te draaien. Hij vervangt ze door het bijzondere kleurgebruik en licht die aanwezigheid suggereren en een compleet portret schetsen van het gebied. Zonder ze af te beelden laat Eggleston de bewoners van zijn werk zeggen: wij hebben het hier goed, ondanks alles.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds vier jaar blogt hij voor tirade.nu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.