Gisterenochtend lag er een band bewolking zo laag in het oosten dat het een beboste heuvel leek. Misschien, dacht ik, konden we straks op onze stadsfiets die bossen in, boleetjes zoeken en dan op een omgevallen boomstam worst eten, waarvan ik met mijn zakmes plakken sneed. Ik riep B en de kinderen erbij, maar die leken alleen een lage wolk te zien.
Toen ik Ada en Nadim op school had afgezet, wist ik dat ik op deze dag niet meer zou werken. Niksen is nieuw voor me en ik moet er nog aan wennen, maar ik wil vaker dingen doen omdat die zich in me aandienen, minder vaak omdat ik of iemand anders vindt dat ze moeten gebeuren.
Met Gibraltar van Renske Jonkman zat ik een tijdje op het dak. De zon was donkergeel en warm en leek te kleven aan mijn huid. Renskes hoofdpersoon was zwanger; toen ik naar beneden ging om koffie te zetten, opende ik mijn laptop en zocht de oudste foto in mijn iCloud op. Het is er een die ik zelf maakte: Nadim (toen 5) zit naast B op bed in ons oude huis. B en ik zijn net thuisgekomen na de geboorte van zijn zus.
Ik herinnerde me dat mijn schoonouders hem afzetten, maar zelf nog even beneden bleven. Zijn lichte, trage stappen op de trap naar onze kamer. Hoe soepel hij het bed op klom.
Alles aan hem was voorzichtig, alsof wat daar in zijn moeders armen lag zomaar weer kon verdwijnen. Hij keek zoals je kijkt als iets na eindeloos wachten erg goed lijkt te gaan komen, als je iets prachtigs is voorspeld.
Met de laptop zette ik me aan tafel en scrollde door vijf jaar aan foto’s heen, weer eens beseffend dat een leven is wat je het met terugwerkende kracht noemt. Geluksgevoel blijft zelden langer hangen dan het moment waarop zo’n foto wordt gemaakt. Gelukkig zijn is het beschouwen van een periode en die bestempelen als gelukkig. Het is een besluit, het is welke beelden je besluit te houden.
Ik scrolde verder, wiste hier en daar een foto. Op bijna alle beelden stonden vrienden; zelf kwam ik er nauwelijks op voor. Ik keek naar de maanden voor corona, glimlachte om alle etentjes bij ons thuis. Een afgeladen tafel, vet glaswerk, vrienden huilend van het lachen. Sinds maart vorig jaar: veel foto’s van de lege stad, van kades en parkjes, de voorjaarszon die op verlaten straten valt.
De anderhalve meter gaat nu bijna overboord. Na eindeloos wachten lijkt het weer goed te komen, en het wordt een schitterende herfst in de nieuwe heuvels ten oosten van de stad.