Zou ze echt een bos zijn begonnen, vroeg ik mij af, door de planten die ergens anders niet gedijen in de badkamer te zetten? Ze eindigt het titelgedicht, als ze haar planten onder de douche heeft gezet, nogal kordaat: ‘daarna droeg ik het overige / kamergroen naar boven’. Als ik dat zelf zou doen ben ik snel klaar en is het afgelopen met douchen. Desalniettemin, het is een manier om íets te doen nu natuur en klimaat om ons heen (buiten!) steeds verder onder druk komt te staan. We moeten hoe dan ook compenseren voor zulk verlies.
Maartje Smits schrijft in Hoe ik een bos begon in mijn badkamer gedichten met een agenda die we niet vaak – maar steeds meer – tegenkomen. Het eco-engagement dat zij toont verwacht ik vaker terug te zullen zien nu ecologie, duurzaamheid en klimaat eindelijk de thema’s van deze tijd worden (en die van onze kinderen). De verkiezingsoverwinning van Groenlinks zou indicatief kunnen zijn voor de mate van bewustwording waar het gaat om veranderingen in ecosysteem en klimaat, die door eigen toedoen zijn onstaan. Recente gebeurtenissen dragen aan dat besef bij. Onlangs is op een van de polen een ijsberg ter grootte van Gelderland losgescheurd door dooi. Trump zegde de steun aan het klimaatverdrag van Parijs op, een actie waarvan de gevolgen (negatief of positief) voor de klimaatverandering nog niet te overzien zijn.
Er waren al een paar romans met zo’n thema, op voor- of achtergrond. Onlangs verscheen Waterjager van Chris Polanen, dat zich afspeelt in een dystopisch Paramaribo, nadat de stad vanwege een dijkdoorbrak onder water is komen te staan en goeddeels verlaten. Een dijkdoorbraak is in de nabije toekomst niet ondenkbaar, ook niet in Nederland, zoals dat gebeurt in Noodweer van Marijke Schermer. In bredere zin denk ik ook aan het, wederom dystopische, werk van Hanna Bervoets: steevast staat daarin een groep mensen centraal die door nijpende omstandigheden op zichzelf is teruggeworpen.
Zoals bij sciencefiction het vooroordeel bestaat dat uit een focus op techniek geen literatuur wordt geboren, zou je bij ecobewuste fictie kunnen denken aan persiflage en joligheid. Maartje Smits ontkracht zulke reserves met de uitstekende gedichten in Hoe ik een bos begon in mijn badkamer. Ze wijst ons de weg en geeft een richting aan, op een positieve manier en zonder een dystopisch beeld te schetsen. Dat klimaatverandering een langverwachte verandering in de literatuur kan betekenen, lees ik bijvoorbeeld in het programmatische gedicht ‘Alles stroomopwaarts’:
wanneer moet je een dijkje opspuiten?
(…)
jonge dichters: vochtige vulling
we duikelen in onbestemd migratieverlangen
omdat de taart te dik is afgesmeerd
omdat we uit de fondant smelten
jachtige twintigers en route
wie voerde deeg aan het navigatiesysteem
waarom smaakt onze taal opeens zo vals
(…)
Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds vier jaar blogt hij voor tirade.nu.