“The clothes of most of the women who passed were like caricatures of the clothes in the shop windows, but when they stopped to look you saw that their eyes were fixed on the future. ‘If I could buy this, then of course I’d be quite different.’ Keep hope alive and you can do anything, and that’s the way the world goes round, that’s the way they keep the world rolling. So much hope for each person. And damned cleverly done too. But what happens if you don’t hope anymore, if your back’s broken? What happens then?” – Jean Rhys in Voyage in the dark
Dit vind ik een mooi citaat. Maar het frustrerende en vreselijke aan mooie dingen is dat ze zo moeilijk met anderen te delen zijn, tenminste, iedereen heeft wel een idee van wat mooi is maar waar je het over hebt als je over mooie dingen spreekt is eigenlijk altijd een kapsel in een catalogus of een tweedehands pailletten t-shirt dat snel onder een stapel nieuwere kleren zal verdwijnen, maar wat ik bedoel als ik zeg mooi, is: betekenisvol. Het is onmogelijk om wat veel voor je betekent – en ik bedoel écht, niet zoals het iets voor je kan betekenen dat er een knappe nieuwe barvrouw werkt in het café waar je vaak komt of dat de belastingdienst zojuist 200 euro terug heeft gestort, maar op een manier die alleen jij zo ervaren hebt, waarvan je het gevoel hebt dat als je hem niet snel met iemand kan delen, je zult ontploffen – met iemand te delen. En dit is waar alle actieve vormen van eenzaamheid uit voortkomen, uit het feit dat je zo’n citaat als hierboven wel over kunt typen, maar dat wat het met je doet onzegbaar is; er is niemand met wie je het over mooie dingen uit deze categorie kunt hebben, want we kunnen niet in elkaars hoofden kijken. Es gibt unendlich viel Hoffnung – nur nicht für uns.*
De laatste dagen zat ik in de zon een beetje over dit soort dingen na te denken, en de eerste kleine golfjes van zomer-blues begonnen zich zich aan te dienen, waarvan akte. Dat is niet erg, het is heel fijn om de hele avond op je dakterras te zitten en een beetje op de afgelopen jaren terug te blikken terwijl je sentimenteel wordt van de combinatie uitzicht & whisky. Hier is een lijstje van dingen waar ik de afgelopen dagen sentimenteel over was:
Alles waar ik nooit bang voor was
De krant op mijn tafel, die ik lees, dan vergeet wat er in staat
De toekomstige doelen die ik mezelf voor ogen houd, die ik houd, dan vergeet wat ze zijn
Het haar op mijn buik
Aan je huid likken
Mijn exhibitionistische neigingen
Weten dat je nooit iets zou veranderen
Stockholm (2008)
15 zijn (2005)
Wat ik vorige zomer deed
Opbiechten om toekomstige acties te rechtvaardigen
De botten die mijn heupen zijn
De geelheid van licht (1990-2013)
“Als je niet in het middelpunt van de belangstelling staat, dan begint je naam niet met een hoofdletter”
Mijn eigen woorden tussen aanhalingstekens zetten
La Ludwigskirche en Munich (1908)
Blijf laat op! Drink wijn! Eet de tomatensandwich die ik net voor je maakte! Ik hou van je!
New York Harbour 1927
Een aansteker met een bloem er op
Die ik uit iemands achterzak stal
Terwijl ik in haar broek wilde zijn
Doorgaan
De Alpen (1994-?)
Een expositie van Sophie Calle
Het geluid van remmende remmen
Ik zal dat tentamen halen (godverdomme)
Mijn eigen woorden tussen haakjes zetten
Een moeilijk artikel lezen
Daar in slagen
Optimisme
Mijn arrogantie die een projectie van liefde is
Het woord ‘geveinsd’ te zacht uitspreken
Denken dat alles wat je zegt het voorlezen van een afscheidsbrief is
Daar bang van worden
Hier word ik gelukkig van:
Mijn trouwdag
Mijn eerste kind
Niet-bestaan
Hysterisch gehinnik, of een voorzichtige glimlach
Daar heb je me een beslissing
Hier heb ik: mijn handen
Een babyvarkentje op een sticker
Een drankje
Mijn culinaire zwanenzang
Zeggen dat je lichaam een ballon is, en alles wat je doet is de speld
High five
Mijn bankrekening
Soms is het onmogelijk om te stoppen met lezen, televisie kijken, je sms’en
Alles ontvouwt zich
Met name mijn lievelingsblouse ontvouwt zich
In verschillende tijdzones zijn
Over regen zingen in de regen
Mooier zijn dan ik ben
Mooier zijn dan je bent
Het moment waarop het me niets meer kan schelen (2080)
En niet meer harder rennen dan een tijger
Maar nog wel veel liever dan een tijger zijn
*Franz Kafka in gesprek met zijn vriend Max Brod