Iedereen loopt weg met de zee

Als ze hem maar niet naar de bergen brengen. Hier in de bergen kunnen wij zo’n zee helemaal niet gebruiken. We zouden iedereen over de hoogste toppen moeten verspreiden, zoals men bij het overstromen van een rivier met z’n allen de daken op gaat, en ook dan: wat zou er van de toppen overblijven? Op z’n diepste punt is de diepste oceaan, de Grote Oceaan, meer dan 11 kilometer diep. Terwijl de Mount Everest, hoogste berg, slechts 8848 meter hoog is.

Het gevaarlijke aan de zee is dat er aan de oppervlakte niets aan de hand lijkt, maar daaronder, daaronder. Een berg daarentegen spreidt alles wat hij heeft tentoon: hier is het, het zijn dennebomen met herten ertussen, kijk niet verder.

Spreekwoorden ter illustratie:

Als de zee in de man is, is de man over boord.
Als de strandparasol in de auto zit, moet je de kinderen nog stil krijgen.
Wie wegloopt met de zee, laat een zee aan dode vissen achter.

Marguerite Duras in De ziekte van de dood:

Zij vraagt u of u de zee gezien heeft, zij vraagt u of het dag is geworden,
of het licht is. 
U zegt dat de dag aanbreekt, maar dat hij in deze tijd van het jaar 
heel langzaam binnendringt in de ruimte die hij verlicht.
Zij vraagt u naar de kleur van de zee.
U zegt: Zwart. 

En toch. Je kunt de zee niet achter de bergen zien liggen, maar de bergen wel achter de zee. Daar doet de zee niks verkeerd.

Maar denkt er wel eens iemand na over de bergen onder water? Wie beklimt ze? Wie schildert ze na? Dat is de schuld van de zee.

Als wij ons onze harten voorstellen zijn het grote handen donker zand, bijeengehouden door rotsgruis en boomstronken, geen kwallen. En ook geen brokken klei. Vooral geen klei.

Symptomen van zeeziekte zijn: duizeligheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, zuchten. Symptomen van hoogteziekte zijn: duizeligheid, slapeloosheid, apathie, verlies van coördinatie, blauwe lippen, bewusteloosheid. Liever zeeziek, zou je denken. Wij denken: er is weinig verschil. Je kunt verzuipen of in een afgrond vallen. Je kunt iemand kwijtraken in the blink of an eye.

Er is in ieder geval geen tussenweg. Het zou belachelijk zijn als er mensen woonden op plat land, in een landschap dat zich uitstrekt als zee maar die belofte niet waar kan maken. Ze zeggen, een lage horizon vestigt de aandacht op de hemel. Wij zeggen: De hemel is leeg.

Wij zeggen: Zwart.

 

Een gedicht van Tomas Tranströmer (vertaling Bernlef):

Schippersverhaal 

Er zijn van die sneeuwvrije winterdagen dat de zee
verwant lijkt aan bergstreken, in grijze vedertooi neerhurkt,
één moment blauw, dan urenlang met golven als bleke
lynxen, vergeefs houvast zoekend aan strandkiezels.

Op zo’n dag verlaten wrakken de zee en zoeken
hun reders, zetelend in stadslawaai, en drijven
verdronken bemanningen landwaarts, ijler dan pijprook.

(In het noorden lopen de echte lynxen met gewette klauwen
en dromende ogen. In het noorden, waar de dag
zowel overdag als ’s nachts in een schacht woont.

Waar de enige overlevende bij de oven
van het noorderlicht mag zitten luisteren
naar de muziek van doodgevrorenen.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *