Aan het begin van ons verblijf in Izmir was de vastenmaand Ramadan volop gaande, maar we merkten er in de wijk waar mijn moeder woonde weinig van. Alle cafés en restaurants waren overdag redelijk bezet en niemand leek zich te storen aan korte broeken of blousjes met korte mouwen.
Twee dagen voor het Suikerfeest, de afsluiting van de Ramadan, wilden we de archeologische site van Oud-Smyrna in Bayraklı, gelegen in de kromming van de baai, bezoeken. Oud-Smyrna was een belangrijke Ionische stad in de zevende eeuw voor Christus, werd vernietigd door de Lydiërs en daarna de Perzen. Alexander de Grote liet vier kilometer verderop, waar het centrum van het huidige Izmir zich bevindt, de stad herbouwen (Smyrna). De ruïnes, die we in 2018 bezochten, liggen aan de voet van de berg Kadifekale (Pagos) met uitzicht op de baai, achter het district Kemeraltı. Sinds enkele jaren worden er restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. Smyrna bleef in de Hellenistische en later de Romeinse periode een belangrijke handels- en havenstad.
De archeologische site van Oud-Smyrna was echter gesloten. Wij waren teleurgesteld.
Het Suikerfeest duurt officieel drie dagen maar de regering had de duur verlengd. Onverwachts zagen de mensen met twee aansluitende weekenden een vakantie van negen dagen in het verschiet liggen, een cadeau van de regering aan de toerismesector, een tegenvaller voor ons.
Wij maakten een korte wandeling in de buurt. Kramen en winkels vol lekkernijen en banketbakkers waar een koortsachtige bedrijvigheid heerste kondigden de komst van het Suikerfeest aan. Even verderop was men begonnen met de voorbereidingen voor een kermis, die nu al de belangstelling van de kinderen trok: armen over elkaars schouders geslagen of de handen gekruist op hun rug, stonden ze de werkzaamheden gade te slaan.
Het straatbeeld was hier beduidend anders dan bij mijn moeder. Wij zagen meer vrouwen met hoofddoeken, gekleed in broeken en mantels die tot aan de enkel reikten, en mannen met baard. Dit is een van de buurten waar in de afgelopen decennia inwoners uit de conservatieve provincies in midden- en zuidoost-Turkije zijn neergestreken. De levensstandaard is aanmerkelijk lager dan de wijken langs de kuststrook.
Maar ook hier stuitten wij verrassend genoeg op een theetuin waar we thee konden drinken met een paar andere gasten.
We hadden het voornemen om op weg van Izmir naar Mersin (950 km zuidoostelijk gelegen aan de Middellandse Zee) de stad Konya aan te doen. De schoondochter van de buurvrouw van mijn moeder die vorig jaar tijdens de Ramadan Konya had bezocht raadde het ons af daar nu heen te gaan: zij trof toen alle restaurants tot zonsondergang, de iftar, gesloten. Een bevriende restauranthouder liet hen stilletjes binnen zodat ze konden lunchen. Op straat ontlokte de waterfles in haar hand afkeurende blikken van omstanders, waardoor ze niet openlijk durfde te drinken. Op stille plekken nam ze ongezien snel een slok. Wij besloten op de terugweg Konya toch aan te doen.
Wie Turkije op zijn kop wil meemaken moet tijdens het Suikerfeest (of het Offerfeest dat er zes weken later op volgt) dit land bezoeken. Alle kaartjes en tickets voor reizen per vliegtuig, bus, trein en boot zijn dagen tevoren uitverkocht en de hotels zijn volgeboekt. Wij wilden het Suikerfeest bij mijn zus vieren, maar buskaartjes waren pas voor de tweede dag beschikbaar. Ook mijn moeder moest haar vertrek naar haar appartement in Datça uitstellen. Mijn broer kon geen huurauto vinden om haar erheen te brengen.
Voordat zij naar Datça vertrok, reisden wij per bus naar Mersin. Ik zag aan mijn vrouw dat haar reislust was gewekt. Het was jaren geleden dat we zo’n lange reis per bus hadden gemaakt.