H. zag eruit als iemand die altijd pijn had, ik denk dat hij altijd pijn had. Hij rook naar marihuana en hield zich vast aan dingen; tafels, de rand van een bar, zijn fiets. Muren. Hij lachte veel en graag maar nooit hard of lang. Waar zit het, vroeg ik me af, zijn het zijn botten, is het zijn hoofd? Maar vragen deed ik het niet, dat doe je niet, zeggen dat iemand eruit ziet alsof hij altijd pijn heeft. Bovendien kende ik hem helemaal niet. We kwamen elkaar gewoon af en toe tegen en dan zeiden we ‘hallo’ en gingen we ons weegs, ik heb ‘m al jaren niet gezien omdat ik verhuisd ben.
Ik herinner me de keer dat iemand tegen mij zei dat ik eruit zag alsof ik me teveel zorgen maakte. Dat klopte, maar hoefde niet noodzakelijk verbaal benadrukt te worden, de volgende zin die mijn gesprekspartner uitte was uiteraard ‘heb je wel eens aan yoga gedacht’ en daarna ‘ik ken een goede psycholoog’ en vervolgens heb ik me dagenlang zorgen gemaakt over het feit dat mensen vinden dat ik eruit zie als iemand die zich teveel zorgen maakt.
Ook leerde ik dat ik eruit zie als een veganist, een ‘radicaal lesbienne’, een typische kleuterleidster, een anorexiapatiënt, een jongen, een ballerina, een slet, een hippie, een christen, een arrogante bitch, als iemand die te onzeker is, een Turk, een Française, een knaagdier (meerdere malen overigens, deze doet een beetje pijn), de stagiaire, de mooiste vrouw van de kroeg, de lelijkste chick van Amsterdam Zuid-Oost en omstreken.
Needless to say maak ik me tegenwoordig niet meer zoveel zorgen als iemand zegt dat mijn uiterlijk hem/haar doet denken aan galleriehoudsters of crackhoeren (ik maak een uitzondering voor dat knaagdier, wat is dat toch), maar wel vraag ik me vaak af wat mensen toch beweegt tot het mededelen van zo’n eerste observatie. Ergens in je kindertijd wordt je toch geleerd dat het niet oké is om midden in een gesprek ineens te roepen ‘jij bent zeker al honderd jaar!’ of ‘waarom steekt er een haar uit je kin!’?
‘Dat overkomt vrouwen vaker dan mannen,’ zei een vriendin een keer over dit euvel. Is dat zo? Een tijd geleden vroeg ik aan mannen of zij dit ook ervoeren, dat mensen bijvoorbeeld tegen ze zeggen dat ze er echt uitzien als een ratje (godverdegodver) of een, weet ik veel, houthakker en ze gaven geen antwoord maar zeiden dat ik me niet druk moest maken om dat soort dingen, en dat doe ik helemaal niet, ik ben er inmiddels verwonderd over, maar denk wel dat vrouwen iets te vaak horen dat ze zich druk maken terwijl bij mannen automatisch aangenomen wordt dat ze ergens een interesse voor hebben opgevat (slag-om-arm-alarm).
Enfin, gisteren zag ik H. ineens voorbijkomen, in een andere stad nog wel. Hij liep veel rechter op dan ik me kon herinneren en de scherpe lijnen rond zijn mond waren zachter. Bijna had ik hem op zijn schouder getikt en gezegd: man, wat zie je er goed uit, wat is er met jou gebeurd.
Wat natuurlijk even erg was geweest, zo niet erger, dan wanneer ik hem vroeger in het voorbijgaan had gevraagd of hij altijd pijn had, en waar dan.
Gelukkig werd ik gered door het feit dat ’t H. niet was, ik zag dat net op tijd, liet vlak achter zijn rug met mijn hielen een rubberspoor op de stoep achter en trippelde in een soepele beweging even een zijstraatje in, waar ik me verschool in een muizenhol.
—
Roos van Rijswijk is redacteur van Tirade. Ze publiceerde proza in diverse tijdschriften en de roman Onheilig (Querido, 2016).