Reality tv is een bewerkelijk genre. Op het oog lijkt het eenvoudig om een stel aso’s in een villa op te sluiten en vervolgens te kijken hoe Terror Jaap in een taart kotst, maar er is een klein garnizoen aan scriptschrijvers en dramaturgen voor nodig om van die reality iets uitzendwaardigs te maken. Reality op tv is bijna altijd creality, een sociaal experiment, liefst geïsoleerd, op een exotische locatie en met een explosieve dynamiek onder de deelnemers. Met de dagelijkse werkelijkheid heeft het niets te maken.
Regisseur Marc Isaacs heeft in zijn film Lift (2002) het tegenovergestelde geprobeerd. He keeps it real. Zoveel hij kan. Dagelijks sluit hij zich tien uur op in de lift van een verloederd flatgebouw in Londen en laat zijn camera draaien. Hij probeert bijna letterlijk een vlieg aan de roestvrijstalen wand te zijn. Een pratende vlieg, want af en toe waagt hij zich aan een vraag. De bewoners doen de rest en bewijzen opnieuw dat alle Britten stuk voor stuk geboren performers zijn. In hun korte tripjes naar boven of naar beneden schitteren ze als zichzelf. Ze storten hun hart bij Isaacs uit, zingen een liedje, intimideren hem of staan openlijk met hem te flirten, zoals de jiddische oma met haar beige gegranolde gezicht. Niet omdat er roem of een geldprijs te winnen valt, maar omdat die filmende liftboy er nu eenmaal bij hoort.
Please mind the door.
__________________
Arjen van Lith is freelance journalist en schrijver. Hij debuteerde bij De Harmonie met de verhalenbundel Mijn Snor. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.