Grundlage für pomologische Lexika
Hij was een licht gevulde jongeman met blozende wangen. Zowel bloezend als blozend dus. Een Zuid-Duitse hartelijkheid en intelligentie. Omdat hij in zijn paviljoentje al uren met uitgevers gepraat had over de rechten die hij verkocht, snakte hij naar een sigaretje. Bereid als ik altijd ben om de eenzame roker te vergezellen in de buitenlucht vertrokken we al pratend naar een snipper zonlicht net buiten de gevangenisgebouwen van de Frankfurter beurs. Ik formuleerde mijn wensen met een wat absurd voorbeeld: ‘Toon mij nou bijvoorbeeld het ultieme boek over appels, ik wil graag iets van jouw uitgeverij waar jij enthousiast over bent en dat betreffende een speciaal onderwerp het laatste woord is.’
Het enige wat absurd was, bleek het feit dat hij dat boek verkocht. Bijna.
De laatste maand was ik tweemaal in Duitsland, de eerste keer om de begrafenis van mijn Engelse tante June bij te wonen. Mijn broer vertelde op die plechtigheid onder meer dat hij zich mijn tante herinnerde als iemand die gewoon was in het najaar gevallen appels die op openbare grond terechtkwamen te behoeden voor rot en verval en meenam voor een ongetwijfeld zalige Engelse crumble apple pie, of apple cinamon muffin. Engels blijf je.
De tweede maal liep ik door de velden nabij Bad Arolsen, waar het geboorteslot staat van onze koningin Emma. En de Sauerlandse bossen en heuvels, die schitterend van kleur verschieten in het najaar, barst het van de verwilderde appelbomen die uitbundig vrucht dragen en slechts de dankbaarheid van kraaien oogsten. Geen mooier beeld voor de rijkdom van het najaar gecombineerd met de weemoedigheid van het verval dan een niet genoten appel, glanzend nog, in vochtig gras…
Dit bracht de muffin topped jongen mij in herinnering met zijn fraai betoog over zijn Ultieme Appelboek. ‘De Zuid-Duitse dominee Korbinian Aigner schilderde zijn levenlang appels: in Originalgröße kleine, große, gestreifte, gefleckte, gepunktete, runde, spitze, plattgedrückte, grüne, gelbe, rote, glänzende, blasse, schiefe, glatte oder schrumpelige Äpfel.
Korbinian Aigner was een vroege anti-fascist, werd in de oorlog opgepakt en overleefde verschillende concentratiekampen. Ondermeer omdat hij in zijn broekzak appelzaad meesmokkelde en in de beperkte ruimte tussen de barakken appels kweekte, de soorten KZ-1, KZ-2, KZ-3 en KZ-4 kweekte hij op in Dachau. Alleen K-3 bestaan nog, de rest is ook al weer uitgestorven. Wat dacht de schilder Aigner 800 appels lang? Voor hem moet de appel net als voor Luther ( ‘Wenn ich wüsste, dass morgen der Jüngste Tag wäre, würde ich heute noch ein Apfelbäumchen pflanzen.’ ) een beeld voor hoop zijn, maar eveneens een herinnering aan de dood.
De ‘runde’ rechtenverkoper met zijn sympathieke zachtblauwe blik wist nog te vertellen dat die appels niet erg best smaken. Maar groeien doen ze, overal.