TONNUS OOSTERHOFF
Kwatrijnen
Bach hoort Goebaidoelina,
Beethoven Claude Vivier.
Ik zie infrarood niet langer,
hoor het goudhaantje niet meer.
*
Ik geef je een bevel
maar je voert het niet uit
vogeltje.
Hoor je me niet?
*
Er wordt ritmisch aan ons getrokken.
Door wie? In welke richting?
We weten dat we waardevol zijn
omdat er aan ons gerukt wordt.
*
De stevigste constructie is niet altijd de sterkste.
Schoor je argumenten, schroef het bouwsel stijf,
draai je om, kniel en op drift is bot en dik
*
God de Vader,
Moeder God.
‘Moeder’ is een vergelijking,
‘Vader’ een geloof.
*
Gottbegnadet
heet de pony
in de regen wachtend
op hemelvuur