Er is geen modestroming die zoveel voor mijn geluk betekend heeft als het hipsterisme. Hoewel ik – in ieder geval in mijn eigen ogen – te oud ben om er in alle opzichten aan deel te nemen, geniet ik elke dag van die jongemannen op hun fixies, met hun arbeidsintensieve haar, baarden en tatoeages. Ik houd van hun gestreepte kousjes en smetteloze linnen instappers. Hun (in West-Europa!) handgemaakte spijkerbroeken eindigen halverwege hun enkels en accentueren hun liefst spillige benen. Ze fitnessen niet en dragen dure witte T-shirts waarvan ze de mouwen oprollen tot bovenaan liefst iele vogelarmpjes*.
Ik weet niet hoe de twintiger er over tien jaar uit zal zien, maar het kan niet veel beter zijn dan dit. Die hele uitstraling is zo ontzettend vriendelijk, zo verzorgd en fris. Zo grappig ook, al zullen ze dat zelf anders zien.
Hipsters geloven in kleinschaligheid, ambacht, duurzaamheid. Ze maken degelijke schoenen en fietsen. Ze bakken hun brood in steenovens en brouwen fantastisch bier op zonne-energie. Tegenwoordig kan ik overal goede koffie krijgen, en espressobonen kopen die door iemand met een master antropologie geroosterd zijn. Een volwassen autochtone man die een baan bij de overheid had kunnen krijgen, maar niets liever doet dan met de hand te donkere boontjes verwijderen uit een paar kilo gloeiendhete Batch no. 3 Colombino Dark.
Laatst heb ik een gin-tonic gedronken met gevijzelde gefermenteerde jasmijnbloesems erin. En het was geen bullshit: alle smaakjes klopten, van de Japanse gin tot de obscure Duitse tonic en het kleine krulletje uitgeknepen bergamotschil.
Eindelijk krijg ik genoeg ijs in mijn drankjes.
Op steeds meer plekken in de stad kun je eten zonder op je bord schuim of gelbolletjes tegen te komen. Onlangs maakte ik mee dat twee mooie, slanke meisjes van een jaar of vijfentwintig aan een tafeltje naast me een gehalveerde varkenskop leeglepelden.
Ik hoop dat de hipster een blijvertje is. En zo niet: de kringen van een steen die je in de randstad te water laat, dijen nog jaren de provincie in. Misschien ga ik dan wel weg uit Amsterdam, de hipsters achterna.
* Ja, ik weet dat vogels geen armen hebben, maar je begrijpt wat ik bedoel.
________________________________________________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind.