Fotograaf Judith van IJken heeft het boek Mimicry gemaakt waarin ze twee generaties in dezelfde kleding laat poseren. Een heel simpel idee eigenlijk: dochters in de (bewaard gebleven) jurken van hun moeder, zoons in de (oude) hemden van hun vader. (Sjaals, petjes, broeken, jassen, badjassen, truien, brillen, etcetera.) De beelden hebben een ontroerende uitwerking.
Op de foto’s zijn de ouders en de kinderen ongeveer van dezelfde leeftijd. Ze zijn naast elkaar afgedrukt in het boek. Soms zelfs overlappend. Af en toe krijg je het beangstigende idee dat de tijd niet bestaat. Dat identiteit niet bestaat.
In het voorwoord zegt Bas Haring: “Dat ik op mijn ouders lijk is niet eens mijn grootste frustratie. Dat ik op iemand lijk. Dat zit me dwars. Iemand die eerder dan ik leefde en die me het leven heeft voorgedaan.”
Eigenlijk zijn de foto’s waarin de kinderen zich zichtbaar niet gemakkelijk voelen in de kledij die hun ouders vroeger droegen het allermooist. Omdat in die beelden de bevrijding naar voren komt, of in ieder geval een opening naar iets anders. Iets nieuws.
Zelf zegt de fotograaf Judith van IJken op haar website over dit project:
Walking around in the New York neighbourhood of Williamsburg, I kept thinking I saw my father going past. Not the way he looks now, but as I know him from old photos. Nothing but young guys with great mops of black curls, moustaches and beards, 1980s-style training tops, tight jeans and often on racing bikes. Guys who looked like their fathers did in the 1980s.
In the first instance I saw this as a matter of fashion, the ‘retro’ trend that seems to move in parallel with my generation. Ten years ago I wore wide-legged slacks, today tight jeans. Just like my mother when she was twenty and later thirty. When I gave it some more thought, I realised that this everyday phenomenon raises interesting questions about the age we live in. Questions such as: “Why is it that this generation wants to look like its parents?”, “What does that say about our time?”, “What is the relationship between these generations?” and “What has happened in the meantime?”
Ja, wat eigenlijk?