Minuscule oorlogen niet met het blote oog zichtbaar

Ik kan eindeloos naar bomen staren en heb dat deze zomer ook eindeloos gedaan, soms gelukkig dan weer in verdriet. Wat doe je als je naar een boom staart? Je zoomt afwisselend in op enkele bladeren, takken, vertakkingen en zoomt uit naar het geheel. En opnieuw. Neemt de ruisende beweging waar, het lichtspel tussen de bladeren en de vogels die in de boom wonen of er even op bezoek zijn.

Mijn middelbare school stond midden in de bossen en naast de lokalen Nederlands woonden een heel stel rode eekhoorns die een contaminatie aangingen met metaforen, metrum en stijlfiguren, want niets is leuker dan naar eekhoorns kijken. Tot stijgende wanhoop van de brave leraren.

Niets leuker? Ik heb een eekhoornsnackbar in de tuin, ook te zien als een intelligentietest voor kleine zoogdieren en de enige dinosauriërs die we nog kennen: de lokale vogelstand (die op mijn lijst uit 22 soorten bestaat maar een buurman meent in zomer en winter samen tot 46 te komen.) Deze snackbar bestaat uit een vierkant bakje met een glazen front, waarachter doppinda’s en een klep erboven die je open moet duwen om bij de pinda’s te komen.

Voor de eekhoorns is het een koud kunstje, maar de pimpelmezen blijven onmachtig tegen het glas tikken alsof dat helpt. De oplossing gaat hun fraaie blauwe koppies vrij letterlijk te boven. De Vlaamse gaai snapt de snackbar dan weer heel erg goed, awel! De eekhoorn legt er met een hoger gevoel voor humor soms een duivenei in.

Starend in de boom knaagt aan mij steeds een schuldgevoel: ik zie regelmatig een rode eekhoorn, en beleef daar veel plezier aan. Maar ik verlang er intens naar een boommarter te zien, die hier in de buurt vaak worden waargenomen, maar die ik nog niet zag. En een boommarter peuzelt met grote graagte zo nu en dan een rood eekhoorntje weg. Zo strijdt in mij onzichtbaar liefde met nieuwsgierigheid.

En aldus geplaagd door tegenstrijdige gevoelens tol ik rond en staar ik door naar de boom, die immer een in veelheid is.

Men moet

Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,

maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,

toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,

anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.

Toon Tellegen

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.