Terwijl al jaren onze topmusical ‘Soldaat van Oranje’ de goegemeente hete tranen doet schreien – het is tenslotte een prachtige evocatie van Hollandse heldenmoed, het strijden van een eenling tegen een bezettingsmacht – vindt 38% van de autochtone Nederlanders dat Syriëgangers die terugkeren naar Nederland potentiële terroristen zijn, 43% van de autochtone Nederlanders heeft hier geen uitgesproken mening over. Verder is 43% van de autochtone Nederlanders van mening dat de Nederlandse nationaliteit van teruggekeerde Syriëgangers moet worden afgenomen.
In Syrië is de regering van Assad bezig gericht de eigen bevolking om te brengen. Wanneer je als Syrische Nederlander vindt dat daar internationaal gezien te weinig aan gebeurt, heb je weinig keuzes. Je kunt via skype of sms je oom en tante veel succes wensen, of je kunt gaan vechten. Maar dan moet het je wel lukken de goede partij te vinden daar.
Hazelhoff Roelfsema zou dunkt mij in die situatie kiezen voor dat laatste. Maar Nederlands internationaal denken is geïmplodeerd. Een illegaal in Nederland verblijvende buitenlander is ook volgens de PvdA illegaal. Jan Pronk trok zijn conclusies en gaf aan niet langer meer tot zijn club de PvdA te willen behoren.
Ik lag ooit in een Zuid-Amerikaans zwembad toen de oude heer Max van der Stoel (PvdA) in een zwembroekje datzelfde zwembad in klom. Vanuit een hoekje heb ik bekeken hoe waardigheid eruit ziet. Van der Stoel was een vertegenwoordiger van de Nederlandse intelligentsia die van mening was dat we ons met het buitenland dienen te bemoeien.
Hemingway schreef: ‘Courage is grace under pressure’. Van der Stoel en Pronk, maar ook heel andere grootheden als J.L. Heldring en André Spoor waren van mening dat de Nederlandse politiek naar buiten moet kijken en niet slechts naar binnen gericht dient te zijn.
De ogen deppen bij ‘Soldaat van Oranje’ aan de ene kant, oordelen over Syriërs die vechten tegen een moordend bewind aan de andere kant, is een vals onderscheid aanbrengen. Voor naar een musical gaan is geen moed nodig. Of het moest zijn om je te weer te stellen tegen zoveel wansmakelijkheid, en tegen het akelige gevoel dat voor de gemiddelde Nederlander moed iets is uit een ver verleden.