Geen woord

Afgelopen zondag was Ada voor het eerst in Artis. B en ik hebben gewacht tot we er zeker van waren dat ze zou begrijpen wat ze zag, en omdat Ada de afgelopen weken haar dierenboekjes met de juiste kant naar boven doorbladerde leek de tijd rijp.

Er was geen rij bij de kassa’s omdat we achterlijk vroeg waren. Reden voor Nadim om op en neer te springen en een lied aan te heffen. Toen we onze kaartjes lieten scannen door een van de aardige studenten was hij nauwelijks meer te houden.

‘Pap-Mam, zullen we doen dat we allemaal omstebeurt mogen kiezen naar welk dier we gaan? Pap-Mam? Zullen we dat doen? Zullen we?’

Er zijn maar twee routes in Artis: links- of rechtsom. Als je met Nadim naar Artis gaat dan loop je altijd linksom. Ik wilde hierover beginnen, maar B zei dat het goed was. We zouden om beurten een dier kiezen.

Nadim zette de vaart erin en jakkerde ons langs de pelikanen, vliegende honden en zeevogels. Soms vroeg hij welk dier wij nu wilden zien, maar wachten op het antwoord deed hij niet. Ada, in een waterdicht en valbestendig skipakje, zwalkte als een kleine dronkeman over de paden, evenveel interesse tonend in de petjes en vlechtjes van andere meisjes als in de dommelende leeuwen en kauwende antilopes.

Nadim maakte al zinnetjes toen hij zo oud was als zij, maar Ada praat niet. Ze heeft wel eens poesj gezegd toen ze één van onze katten zag, maar zei het daarna ook tegen mij en tegen haar broer. De enige klank die ze echt aan een object lijkt te hebben gekoppeld is ‘wraaaaw’ bij het zien van jaguars of luipaarden. De verwachtingen waren dan ook hoog toen we het nieuwe grotekattenhok naderden.

Daar lag hij: lui en zelfverzekerd, overdonderend atletisch en tegelijk te laconiek om te kakken: de machtige zwarte jaguar van Artis.

Ik pakte Ada onder haar oksels en zette haar op de reling voor het verblijf zodat ze het beste zicht had op de superkat. B begon te filmen met haar telefoon.

‘Ada,’ zei ze, terwijl Nadim en ik voorover leunden, ingespannen luisterend. ‘Ada, wat zegt de panter?’

Mijn dochter keek even naar het maffende zwarte beest, liet zich uit mijn handen zakken en maakte rechtsomkeert. Geen wraaaaw, geen poesj, niks.

Terwijl we terug naar huis fietsten viel Ada in slaap in haar stoeltje. Ik hield haar koppie recht, voelde haar huid gloeien onder mijn vingers en besefte dat ik nog niet wíl dat ze gaat praten. Hoewel ik weet dat wat hierna komt ook erg de moeite waard is: dit warme stille beestje is dan voorgoed voorbij.

____________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.