Nou weten we ‘t wel

Op schrift is het moeilijk te bewijzen, maar ik kan vrij goed mensen nadoen. Bekende mensen, zoals Ernst Hirsch Ballin en Connie Palmen, maar ook minder bekende, waaronder onze vroegere buurvrouw in Krommenie en een neurotisch klasgenootje op de middelbare school dat overal veel te schel om moest lachen en later bij Defensie is gaan werken. De lijst is eindeloos.

Zoals wel vaker voorkomt bij lolbroeken, heeft mijn neiging om overal de humor van te benadrukken een serieuze oorsprong. Ik was de clown in de familie omdat er bij ons thuis altijd gezeik was. Om te voorkomen dat mijn zus en mijn moeder, mijn zus en ik of mijn zus en iemand anders elkaar in de haren vlogen, smoorde ik dreigende conflicten met een typetje of een dansje – een pathetische vorm van de-escalatie, maar wél effectief: het is lastig kwaad te blijven als de suikervrije sojamelk uit je neus komt.

Als kind besefte ik al dat de vlam alsnog in de pan zou slaan zodra ik door mijn repertoire heen was, dus smeerde ik mijn acts zo lang mogelijk uit, totdat we naar bed moesten, of tot het moment waarop mijn moeder de stekker eruit trok met de zin die zelfs de grootste komiek verslagen doet afdruipen: ‘Nou weten we het wel.’

Door de jaren heen heb ik duizenden vlieguren gemaakt voor de badkamerspiegel. Bekkentrekken, stemmetjes, loopjes en maniertjes; het kost tijd om iemand echt goed onder de knie te krijgen. Daardoor ben ik extreem kritisch geworden, op mezelf, maar ook op anderen.

De afgelopen maanden heb ik geleden, ondraaglijk geleden, onder de vruchteloze pogingen van talkshowgastheren, acteurs en komieken om Donald Trump na te doen. Ze riepen allemaal dat hij een godsgeschenk was voor de beroepsgroep, maar ze hebben zich allemaal op hem stukgebeten. Het blijkt onmogelijk om een karikatuur van een karikatuur te maken.

Johnny Depp doet niet eens z’n best, Bob DiBuono heeft de stem strak, maar is verder niet om aan te zien, Meryl Streep sla ik hier even over, Darryl Hammond speelt Trump na een handvol valium, Jimmy Fallon zet een laffe, tandeloze Trump neer en Anthony Atamaniuk raaskalt weliswaar uitstekend, maar mist fysiek overwicht. De enige die griezelig dicht in de buurt komt, is Alec Baldwin. Zijn Trump is een dominante klootzak, bijna – maar net niet – zo stuitend als het origineel.

Omgekeerd heeft Trump het zelf ook een paar keer geprobeerd. Behalve zijn beruchte imitatie van een gehandicapte journalist deed hij Hillary Clinton na toen ze onwel werd na een herdenking van 9/11, hij imiteerde hoe ze de teleprompter gebruikt in haar toespraken, haar handgebaren, en gelukkig niet haar stemgeluid. Stuk voor stuk niet om aan te zien.

Toen Trump met zijn campagne begon, dacht ik dat het een grap was, een publiciteitsstunt voor het geld. Toen hij de voorverkiezingen won, nam ik hem al wat serieuzer, maar ik moest nog steeds lachen om zijn absurde optredens in de media en tijdens zijn rallies. Maar sinds een week of vijf ben ik vooral bang.

De sfeer is omgeslagen. Er is geen enkele ruimte meer voor luchtigheid, relativering en onderling respect, laat staan voor humor. De media sturen aan op een nek-aan-nekrace, puur voor de kijkcijfers. Onpartijdige organisaties zoals de FBI worden ingezet als politiek instrument. Trump dreigt Clinton in de gevangenis te gooien als hij wint, en zijn aanhangers dreigen met politieke moord als hij verliest. De walm van seksisme en racisme is niet meer te harden. In een eerdere column voorspelde ik dat deze verkiezingen een race to the bottom zouden worden, maar ik had nooit gedacht dat de bodem zó diep zou liggen.

Ik kan er niet meer om lachen.

__________________

Kent u toevallig een potentiële Trump-stemmer? Download dan hier uw eigen Make America Sane Again ansichtkaart, stuur ‘m naar een Trump-supporter in uw kennissenkring en houd Donald Trump uit het Witte Huis.

Arjen van Lith is journalist en schrijver. Hij debuteerde in 2014 met de verhalenbundel Mijn Snor bij De Harmonie en publiceerde diverse korte verhalen in (literaire) tijdschriften. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten