Øpståndig

non smoking plant

I get scared, like, in Sweden. You know, it’s kind of empty. Everything works. If you stop at a stoplight and don’t turn your engine off, people come over and talk to you about it. You go to the medicine cabinet and open it up and there’ll be a little post saying: ‘In case of suicide, call this number. You turn on the TV, there’s an ear operation… These things scare me.

Het bovenstaande citaat is afkomstig van Lou Reed uit de film Blue in the Face* (1995), een los-vaste serie improvisaties door een bonte stoet New Yorkers in en rond een tabakswinkel in Brooklyn. Ik moest eraan denken toen ik M. de afgelopen week vergezelde naar CADE, de enige informaticaconferentie die haar eigen jaartelling eropna houdt. Dit jaar was de 26ste editie in Göteborg.

Nu, na ruim twintig jaar, lijkt Reeds beschrijving van Zweden raker dan ooit: peuters hebben zelfs op hun trapfietsjes een helm op, volwassenen rijden uitsluitend nog hybride, vrouwen dragen anti-verkrachtingsfluitjes en als je even naar buiten stapt voor een sigaret, blijkt meteen dat je de enige bent. In 2025 moet het hele land zelfs volledig rökfritt zijn. En ze zijn goed op weg: als de Zweden überhaupt nog roken, vapen ze.**

Ik word daar niet per se bang, maar wel een beetje øpståndig van.

Al na mijn eerste week in Scandinavië krijg ik zin om demonstratief een zware Van Nelle op te steken in een kinderdagverblijf, om de rook uit te braken in de bek van zo’n veel te gezond middelbaar joggingwijf, om m’n peuk uit te drukken in het hipsterknotje – de man-bun – van een blozende jonge vader op pappaverlof. Ik wil het allemaal, maar toch doe ik het niet; M. gaat net zo lekker met zijn carrière.

Vandaag rijden we met de trein naar Noorwegen, maar in Oslo zal het niet veel beter zijn, vrees ik. Betutteling met verse zalm. Wel hoorde ik dat nota bene Denemarken tot voor kort verrukkelijk rekkelijk was op het gebied van antirookwetgeving: daar kon je een luttele tien jaar geleden zelfs in de supermarkt gewoon doorpaffen. Had ik dat maar eerder geweten, er stonden asbakken bij de groenteafdeling.

Paul Auster, de schrijver van Smoke, schreef ook: ‘The world is probably better with its militant anti-smoking laws, but something else has been lost, and whatever that thing is (a sense of ease? tolerance of human frailty? conviviality? an absence of puritanical anguish?), I miss it.

Ik mis het ook, nog voordat ik ga stoppen.

_______________

* De opvolger van Smoke (ook 1995) met dezelfde cast, aangevuld met glansrollen van onder anderen Madonna, Jim Jarmusch, Michael J. Fox, Lily Tomlin en Lou Reed als ‘man with strange glasses.’

** Vapen (spreek uit: vepen) doe je met een e-sigaret die je eerst moet opladen, net als een telefoon. In zo’n e-sigaret zit een ampul met e-vloeistof die verwarmd wordt door een atomizer. Vervolgens inhaleer je de ontstane e-damp, die e-ventueel nicotine, maar een verder onschadelijk, frisgroen aroma bevat, zoals lavendel of eucalyptus. Geen e-ne reet aan dus.

Arjen van Lith is journalist en schrijver. Hij debuteerde in 2015 met de verhalenbundel Mijn Snor bij De Harmonie en publiceerde diverse korte verhalen in (literaire) tijdschriften. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten