Iemand wandelt door Parijs. Hij wandelt veel, zijn voeten verkennen de stad. Zijn denkende voeten. Hij kijkt ook de hele tijd omlaag. Zo zie je meer van een stad dan wanneer je omhoog kijkt. Ik heb het ook uitgeprobeerd in mijn eigen stad. Het klopt.
Van de weeromstuit heb ik ook mijn ogen op een bepaald moment dicht gedaan, denkend aan de blinde schrijver John Hull die beschrijft hoe onweer klinkt als je onder een zinken dak staat.
Ik hoorde een boot langskomen, het geklots van water, twee mannenstemmen, er passeerde een fietser die een mobiel gesprek voerde, ik hoorde het zoemen van fietsbanden, kraaien, en in de verte zelfs het fluiten van de papegaai van de buren, die mij miste.
Ik kon, als ik dat wilde, met mijn ogen dicht door de hele wereld reizen. Net zoals de blinde avonturier James Holman, dat in de negentiende eeuw deed.