Schrijven heeft zin.
Ongeveer een maand geleden verscheen hier, op het Tiradeblog, naar aanleiding van een essay dat Maxim Februari in 1993 schreef op uitnodiging van Perdu (Amsterdam), een korte serie teksten en citaten, een handvol vragen en fragmenten eigenlijk, een geëxplodeerd essaytje, over de filosofische roman dat eindigde met het verzoek aan Stichting Perdu om, twintig jaar na de legendarische avond waarop, behalve Maxim Februari, Carel Peeters, René Boomkens en Gijs IJlander over de Nederlandse Filosofische Roman (NFR) spraken, eens een herhaling te beleggen.
Via de Facebookpagina van Perdu en via Oote Oote heeft filosoof en Perdu-redacteur Mathijs Gomperts gepeild hoe onder roman-, poëzie- en filosofieliefhebbers wordt gedacht over zo’n programma en de belangstelling blijkt zo substantieel dat die avond over de NFR er komt.
En al snel ook: op vrijdag 3 mei 2013.
Maxim Februari is de derde mei helaas verhinderd. Maar wie er wel zijn, in alfabetische volgorde: Stephan Enter, Martijn Knol, Carel Peeters, Dirk van Weelden. De vier formuleren eerst hun respectievelijke standpunten/posities, daarna gaan ze, onder leiding van Mathijs Gomperts, met elkaar in debat. Het serieuze imago van literatuur en wijsbegeerte ten spijt vermoed ik dat er ook wel wat te lachen valt die 3e mei.
En hoewel de filosofie, geloof ik, leert dat niets zeker is, durf ik best te voorspellen dat Gomperts en zijn gasten volgende maand spreken en debatteren voor een uitverkocht Perdu.
Ik zou vast een kaartje kopen.
En ja: het was ons zelf ook al opgevallen… in de jongste Tirade is de wijsbegeerte – of: zijn de filosofen – zo goed vertegenwoordigd dat het bijna lijkt alsof het nummer is bedacht/geconcipieerd als een halve Filosofie Special. Poëzievertalingen van filosofe Lieke Marsman, een kortverhaal van filosofe Rosan Hollak, het poëziedebuut van filosofe Nikki Dekker, een beschouwing van bovengenoemde, filosofisch onderlegde Carel Peeters én een kortverhaal van Christophe van Gerrewey, De metamorfose van een plant, dat is gestructureerd als een moderne filosofische tekst.
Trouwens… wat die laatste tekst betreft… Zoals het mij geen toeval lijkt dat Stephan Enters Grip (2011) opent met het woord ‘God’ en afsluit met ‘lot’, zo is het ook vast niet zonder betekenis dat Van Gerrewey zijn studie naar (ont)hechting opent met het woord ‘Niemand’ – en de echo van dat ‘niemand’ laat opklinken in de slotregel van zijn kortverhaal.
Tot zover de apollinische alinea’s.
Want we moeten het nog even over iets anders hebben… Het is me namelijk opgevallen dat ik op deze site veel minder ‘likes’ en ‘twitters’ krijg dan de andere Tirade-redacteuren… en dat bevalt me totaal niet… ik lééf voor likes… Dus als jij op Twitter zit… of op Facebook of op LinkedIn of voor mijn part gewoon ouderwets op de televisie, dan ga je nu als de sodemieter ‘tweeten’ en ‘liken’ en ‘watts eppen’ en ‘sharen’ en zo niet, dan vraag ik bij de IT-afdeling van Uitgeverij van Oorschot de I.P.-adressen op van alle bezoekers van deze site en dan kom ik bij jou, bij jullie, bij iedereen persoonlijk langs om verhaal te halen – en met ‘verhaal halen’ bedoel ik dus niet dat ik een poging tot literatuur bij je kom oppikken. Ik weet waar je huis woont. Dat wordt weer ouderwets spannend als straks de deurbel gaat! ‘Grootmoeder, grootmoeder… er staat een kleine boze wolf voor de deur!’ Here’s Johnny!… Zoals hij, behaard als een hond – zo zou ik het doen als ik kon./ Op hem zou ik lijken. Dit dolle dat mij drijft dan/ buitenkant, dit hongerige aan te wijzen*.
Tirade – sleept je mee.
Maandag 15 april 2013 op deze plek: een slimme publiciteitstip van mijn literair agent, Paul Zeeprest.
* Ester Naomi Perquin, Celinspecties (2012;p.61).