Persona grata

koffer

Onze chauffeur in Toronto heet Mo. Tegen mijn gewoonte in kort ik zijn naam hier niet af omdat ik toch al zeker weet dat het een alias is. Mo had ons opgehaald van het vliegveld en brengt ons nu ook weer weg. Jaar of zestig, wit Blake Carringtonhaar met diepzwarte wenkbrauwen; ex-Mossad, vermoed ik, gespecialiseerd in vip-vervoer en tactische extracties.

Tegelijkertijd soepel en intens agressief zoeft onze Lincoln in ieder gaatje dat het verkeer liet vallen. Mo houdt zijn handen consequent op tien voor twee, zelfs als zijn mobiel afgaat. ‘I’m busy now’, sist hij handsfree. Korte stilte. ‘No, you can not go out.’ Ik besluit af te zien van een beleefdheidsgesprekje.

We waren de afgelopen tijd op Victory Tour. Wijngaarden bij Seattle, sushi in Vancouver, het kon niet op. Mijn eigen M. – die ik dus al kende vóórdat hij beroemd werd – heeft een handvol aanbiedingen van topuniversiteiten in Noord-Amerika binnengehaald. Na een maandenlange sollicitatiemarathon kan hij het eindelijk allemaal over zich heen laten komen. Nu is het de beurt aan de scholen om uit te pakken in een serie meerdaagse academische verleidingsrituelen voor de aanstaande professor en zijn wederhelft, met in iedere stad nóg meer sterrenrestaurants, culturele uitstapjes, salarisonderhandelingen en huizenbezichtigingen. Ik snap nu waarom presidenten nooit hun portemonnee bij zich hebben.

Mijn rol is die van bezienswaardigheid, maar dan met mate (‘Neutrale kleuren graag’, zei M. toen ik thuis mijn koffer inpakte). De wetenschap is nog altijd een blank heteromannenbolwerk, maar uitgerekend bij Carnegie Mellon, de meest geprivilegieerde school van allemaal, hadden de professoren hun huiswerk gedaan: na een vijfgangenmenu met uitzicht over Pittsburgh stuurde een attente wiskundefilosoof nog even een clipje na van Legally Blonde. De musical. In dit stadium kunnen juist die kleine gebaren je over de streep trekken.

Bij dit kaliber academische transfers komt het regelmatig voor dat universiteiten ook een baan vinden – of soms zelfs creëren – voor de partner van de gewenste professor. The two-body problem, noemen ze dat. Vaak zoeken ze binnen hetzelfde vakgebied, maar het mag ook heel ander werk zijn. Om verwarring te zaaien, heb ik aan iedereen die ik erover sprak een ander beroep opgegeven.

Ik durf niet te beweren dat M. deze droomkansen nooit zonder mij had kunnen grijpen, maar toch heb ik wel degelijk een functie: ik ben er voor de gesprekken die niet over Pythagoreïsche drietallen gaan. ‘Yes it’s true’, gaf een jonge prof in Ann Arbor toe over de verschillen in scheldcultuur per land, ‘As a people, we Germans have a rich history of anal fixation.’ Hij had waarschijnlijk ook niet gedacht dat ‘ie daarmee de avond zou aftrappen, maar het was wel meteen gezellig.

Nu onze tournee erop zit, is het tijd om een keuze te maken. Waar wil M. het liefste werken? Waar weiger ik te wonen? Welk salarisvoorstel past het beste bij mijn consumptiepatroon? Om beter na te denken probeer ik diepzinnig voor me uit te staren, maar ik raak afgeleid door Mo’s afkeurende blik via de achteruitkijkspiegel. Misschien ruikt hij al dat Toronto voor ons te groot is, te duur en te koud. Of misschien ruikt hij dat ik vanochtend vlak voor vertrek nog even snel een legaal Canadees jointje heb gerookt. Weggooien is zonde.

In wat een wereldrecordtijd moet zijn staan we voor de juiste terminal. ‘That must be some kind of world rec-‘ begin ik bij het uitstappen, maar Mo snoert me de mond met een afgemeten ‘Thank you’, zet onze koffers op de stoep en zoeft het verkeer weer in. Ik hoop dat zijn vrouw vanmiddag nog even naar buiten mag.

______________________

Arjen van Lith (1971) is schrijver en journalist. Na een verblijf van zeven jaar in Austin verhuist hij per september 2019 met zijn M. naar een nieuwe standplaats in de Verenigde Staten, waar hij in het geheim verder zal werken aan de ondergang van president Trump en zijn sleutelroman.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten