De State of the Union, de jaarlijkse troonrede van de Amerikaanse president was een paar dagen voor hij uitgesproken werd al te lezen. Niet dat er een lek was ergens hoor, hoewel het feit dat ergens geen lek is tegenwoordig bijna nieuwswaardig is, maar David Remnick, die eerder een boek over Obama schreef plaatste in The New Yorker een 23 pagina’s tellend artikel over Obama waar alles in staat. Alles? Ja alles. Remnick reisde met de president mee op fund raising reizen, in The Beast, een Cadillac die berekend is op alle soorten extreem geweld. Deuren die een bom tegenhouden, banden die niet lek kunnen, lak dat tegen elk zuur bestand is. Ook in Air Force One vliegt Remnick regelmatig mee en soms wordt hij naar voren geroepen om even een beetje bij te praten. Dan injecteert Obama Remnick met een aantal ideeën die dan in de New Yorker komen. Remnick heeft zo een scoop en Obama communiceert met het volk. In Pieter van Os’ Wij begrijpen elkaar uitstekend is duidelijk uitgelegd en anekdotisch beargumenteerd hoe politici en pers elkaar nodig hebben.
Zo’n artikel als van Remnick leest ook beter dan de State of the Union, het heeft niet het patina van onschendbaarheid (‘landgenoten!’), er zit met andere woorden geen zuurvrije lak op deze tekst. De Scoop van de journlaist, zijn voortdurende drive werd hilarische beschreven in Evelyn Waugh’s gelijknamige roman uit 1938, vertaald door krantenman Bas Heijne, en in die uitgave in de race voor lelijkste omslag ever. Of heb ik er een over het hoofd gezien?
De reporter heeft niet alleen mijn sympathie, ik bewonder hem. Ryszard Kapuściński heeft deuren voor mij geopend in zijn Travels with Herodotus, in Imperium in Shah of Shahs. En het kan mij eerlijk gezegd niet schelen of alles 1 op 1 waar is, of hij alles zelf precies zo heeft meegemaakt of in een hotel lounge zat te wachten op mensen die het wel echt meemaakte, als zogenaamde lounge lizard. Mijn geloof in de waarheid of in de journalistiek was nooit zo geweldig in the first place. Maar hoop doet leven. Nu heb ik een abonnement op De Correspondent, wat me een pracht initiatief lijkt. Op voorwaarde dat er niet teveel genavelstaard wordt. In zijn blog van vandaag schrijft Ernst Jan Pfauth over hoe internet de krant overneemt en hoe jonge succesvolle journalisten van papier verdwijnen en online gaan. Een beetje zelfvervullend zo’n waarneming. Wat ook verbazend is dat lounge lizzard Grunberg medewerker van de Correspomdent is geworden. Grunberg is medewerker van alles en heeft overal een voorwoord bij geschreven verdunt zichzelf zo nogal. Daar onderscheid je je dus niet mee als internet reportage medium.
Journalistiek en literatuur zijn meer en meer in een adembenemende omarming aan het raken. Ik hoop dat de correspondent ook op pad gaat. Bij Rutte achter op de fiets. Luis in de vacht van Wilders. Inbreken op de telefoon van Teeven. Go get them.