Wij hebben onze zoon de afgelopen jaren geen duidelijke sekserol meegegeven. Voor zijn vierde verjaardag wenste hij een prinsessenboek, LEGO en een bal.
Ik ken iemand wiens ouders Jip en Janneke voorlazen en dan Janneke zeiden als er Jip stond en andersom. Zo gaat het bij ons niet, maar in de ochtend maak ík hier de lunchtrommels; ik kook alle maaltijden en was af. Mijn vrouw verdient het meeste geld, werkt vijf dagen en komt ‘s avonds met een tas vol dossiers thuis om aan te schuiven voor het avondeten.
Sinds hij op school zit praat Nadim alleen nog over superhelden, terwijl in mijn boekenkast geen enkele strip staat. De laatste superheldenfilm die ik zag was in 2005: Batman Begins. Zes jaar voor Nadims geboorte.
Een van de welopgevoede tweeverdienende maatschappelijk divers representerende ouders van de kinderen in Nadims klas moet die onzin hebben aangedragen, die als een luizenplaag via zijn of haar kind alle klasgenootjes heeft aangestoken. En nu zijn de rapen gaar*.
Ik ben niet tegen superhelden omdat ze sekserolbevestigend zijn, ik ben tegen superhelden omdat ik ze eng vind; ze zijn wat er gebeurt als verlammend sociaal onvermogen zich via het tekenpotlood een weg naar de wereldoverheersing vreet. In een retestrakke blauwrode broek met spinnenwebmotief. Of een cape. Jezus, zeg. Een cape.
Voor kinderen van vier, bij wie een besef van de enormiteit van wat er allemaal niet onder hun controle valt een voorheen overzichtelijke wereld binnendringt, zie ik de aantrekking wel. Een aanval op je veiligheid beantwoord je door je klein, of juist supergroot te maken.
Afgelopen weekend logeerde Nadims beste vriend Q bij ons (lievelingskleur toen ze samen op de crèche zaten: roze). Q bracht een zwart en een klassiek blauwrood Spidermanpak mee. Die pakken zijn tegenwoordig gewatteerd op de plekken waar mannen spieren moeten hebben, en binnen vijf minuten vlogen er twee achterlijk opgepompte minispidermannen door de kamer. Gelukkig stootte de ene na een paar minuten zijn teen en moest de andere plassen (zo’n hansop blijkt geen gulp te hebben).
Voor het slapengaan las B de jongens voor. In badstoffen pyjama’s zaten ze aan weerszijden van haar met hun gloeiende gezichtjes al halverwege sluitingstijd. De spandex heldenpakken lagen als lekgeprikte ballonnen op het kleed.
Gisterenavond, op weg naar de ijssalon, vond ik in mijn broekzak de muts van de klassieke Spiderman. Nadim wilde hem meteen op. De fabrikant heeft er rekening mee gehouden dat superhelden ook ijs moeten eten en de onderste helft van het masker weggelaten. Want wat is nou het redden van de wereld waard als je daarna geen frambozenijsje kunt eten?**
* Trouwens een rake uitdrukking. Gare rapen zijn echt niet te eten, terwijl ze rauw, aangebakken of halfgaar heerlijk zijn.
** Vrij naar een waarschijnlijk ten onrechte aan Winston Churchill toegekende quote.
________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Dit najaar komt zijn roman Het jasje van Luis Martín uit.