Brugge is een dementievriendelijke stad. Nu is het verre van mij grappig te gaan doen over dementie, een kleinzoon zijnde van een grote, sterke man die op 83 jarige leeftijd al zijn haar en zijn spierkracht nog had, een formidabel postuur, maar nog 10 jaar door moest vrijwel zonder een enkele van zijn herinneringen. Een Struldbrug, zoals Jonathan Swift lang voor het munten van de ziekte dementie soortgelijke mensen beschrijft in Gulliver’s Travels: ‘They have no Remembrance of anything but what they learned and observed in their Youth and Middle age, and even that is very Imperfect. And for the Truth and Particulars of any Fact, it is safer to depend on common Traditions than upon their best Recollections.’
In Brugge zou winkelpersoneel getraind zijn beter om te kunnen gaan met mensen die de winkel betreden en vergeten zijn wat ze ook weer wilden kopen.
‘Toch heb ik niet gedroomd. Op straat betrap ik me er soms op dat ik die zin hardop uitspreek, alsof ik de stem van iemand anders hoor. Een toonloze stem. Er schieten me namen te binnen, gezichten, details. Niemand met wie ik erover kan praten. Er zijn vast wel een paar getuigen te vinden die nog in leven zijn. Maar die zijn waarschijnlijk alles vergeten. En uiteindelijk begin je je af te vragen of het wel getuigen zijn geweest.’
Ik ben zelf vergeten het hoeveelste boek van Modiano het is dat ik aan het lezen ben. Het gaat nu om Het gras van de nacht (vertaling Maarten Elzinga, uitgegeven door Querido) en ik weet ik niet goed meer of en hoe vaak ik de sensatie al had dat er iets niet helemaal klopt. Natuurlijk weten we dat Modiano op zoek is naar de verloren tijd en dat hij daarmee in een goede Franse traditie staat. Maar de procedés waarmee Modiano zijn eeuwige herinneringen aan iets (wat? ) er gebeurde met iemand (wie?) en waar precies (ergens in Parijs) beginnen wat slijtageplekken te vertonen, maar misschien hoort dat er juist bij.
Waarom las ik ook al weer Modiano? Ik ben er aan gewend geraakt. Maar meer dan ooit lijkt het op de beschrijving van een mens in een stadium van beginnende dementie, je komt er eigenlijk niet goed achter wat de hoofdpersonages doen, wanneer precies en waartoe eigenlijk, pagina na pagina vult Modiano met verhullingen. Dat is misschien aantrekkelijk, ik las er niet voor niets reeds zoveel, maar de vrees groeit dat we naar niets op zoek zijn, dat het een kunstje is. Of mis ik iets? Zoals Thomas Kitwood, een Brits sociaal-psycholoog beschreef in zijn Dementia Reconsidered – waarin een pleidooi gehouden wordt voor het trachten iets te leren van mensen met dementie, eerder dan te proberen ze terug te halen onder de geestelijk gezonden: ‘Such people invite us to return to aspects of our being that are much older in evolutionary terms: more in tune with the body and its functions, closer to the life of instinct.’
Brengt Modiano ons dichter bij het leven en de functies van het lichaam, meer nabij het leven naar instinct? Ik vrees wel dat te leven in een Modianoroman mijn voorland is. Een zwart notitieboek met aantekeningen bij de hand, dwalend, door Brugge, Parijs, Amsterdam, of om het even welke stad. Wat deed ik hier ook al weer? Met wie? Wanneer precies?
(lees ook het fraaie stuk van Manet van Montfrans op Tirade over Modiano)